Waarom bestaat altruïsme? Waarom stelt iemand zijn leven in de waagschaal voor een ander? Het druist – zou je zo zeggen – in tegen alle darwinistische principes. Het organisme heeft maar één doel: overleven. Om zo meer kans te maken op nageslacht. Iets weggeven of energie besteden zonder daar direct iets voor terug te verwachten past hier niet bij. Of toch?
Darwin zat er behoorlijk mee in zijn maag toen ontdekt werd dat sommige dieren altruïstisch gedrag vertonen. Zo zijn er apen en vogels die bij het zien van een vijand beginnen te krijsen om hun soortgenoten te waarschuwen. Terwijl het misschien slimmer zou zijn om je kop te houden en te wachten tot het roofdier een van de anderen te grazen neemt. Verder zijn er gevallen bekend van dolfijnen die zwemmers beschermen tegen een witte haai, en vogels die gaan zitten broeden op nesten van niet-soortgenoten, zodat deze eten kunnen gaan halen. Er is zelfs een spin die zich opoffert als voedsel voor haar eigen gebroed.
Goed = God
Creationisten gebruiken dit gegeven als bewijs voor het bestaan van God. De godheid belichaamt de goedheid en openbaart zijn aanwezigheid door ook redeloze wezens goedertierend gedrag te laten vertonen. Tja.
Altruïsme overleeft
Wat mij meer boeit is het feit dat het kennelijk ‘fitting’ is om goed te doen. De waarschuwende aap wordt opgevreten vóór hij zich kan voortplanten. De vogel die andermans nesten bebroedt, moet het zelf zonder nageslacht stellen. En de moedige dolfijnen lopen het risico kinderloos te sterven tijdens het uitoefenen van hun menslievende missie. Onzelfzuchtig gedrag zou dus logischerwijs moeten leiden tot het uitsterven van de dieren die het vertonen. Het feit dat het ‘altruïsme-gen’ desondanks voortbestaat, bewijst op zich al dat dit gedrag op een of andere manier evolutionair voordeel biedt.
Waar wil ik heen?
Het internet is als een kleine wereld op zich. De gebruikers migreren van site naar site. Actieve gebruikers, die niet alleen consumeren maar ook sporen achter laten of zelfs eigen sites ontwikkelen, dragen bij tot de ontwikkeling van hun wereld. Je hebt ‘leechers’, bloedzuigers die alleen nemen en soms zelfs actief schade aanrichten met destructief gedrag. En je hebt ‘feeders’, die waarde toevoegen, hun kennis ter beschikking stellen en anderen helpen zonder daar meteen iets voor terug te vragen.
In het dierenrijk bewijst de evolutie dat soorten die alleen gebruiken en misbruiken wel kunnen voortbestaan, maar er niet in slagen de meer altruïstische soorten te verdringen. Tevens blijkt dat altruïsme loont. Apen die hun nek uitsteken door anderen te waarschuwen, hebben een rijker sociaal leven en leven ook langer.
Persoonlijk vind ik dat een hoopvolle gedachte.
Er is plaats voor sukkels die geven, die vol vertrouwen en in alle naïviteit hun kennis delen. Sukkels als Martijn Aslander, die de ‘waardebepaling achteraf’ predikt en vrijuit geeft in het vertrouwen dat het zo geplante zaad altijd voldoende vrucht zal opleveren om te kunnen overleven. Misschien niet voorzien van Bentley en een blonde golddigger, maar wel in harmonie met zichzelf en de wereld.
En sukkels als de schrijvers die zich inschreven bij Copytaria, om daar tot het bot gemotiveerd teksten te gaan produceren, in het volste vertrouwen dat de klanten hun bijdrage op waarde zullen schatten.
Er is plaats voor altruïsten. Hun God zij met ze.