Ja, meester Scharf.

afbeelding van een rapport van een lagere school uit de jaren 60Meester Scharf gaf de achtjarige Gregor een waardevol advies toen hij in het rapport schreef: “Iedere dag je uiterste best doen met schrijven.” Ik volg nog steeds zijn advies en heb van het schrijven een heel aardige broodwinning weten te kleien.

Meester Scharf bedoelde natuurlijk iets heel anders. Hij had het niet over mijn schrijftalent (toen al een 8 waard), maar over de moeite die ik had met het schoonschrijven. Ik kon eigenlijk alleen lelijkschrijven. Dat zit zo. Ik was als linkshandig jongetje op school gekomen. Toen het oefenen van de eerste letters begon, moest ik dat van de juf met de rechterhand doen. Helaas was ik met die hand niet zo eh… handig. Steeds weer verhuisde het potlood naar de linkerkant.

Dit probleem werd nijpender toen de kroontjespen in beeld kwam. Wij hadden nog een echte schoolbank, een lessenaar met daarin een uitsparing voor een potje inkt. De kroontjespen moest op gezette tijden in de inkt gedoopt worden om een nieuwe voorraad lijntjes te laden. En ik moest die lijntjes zó krullen en knopen dat ze mooie letters zouden vormen.

Met de linker hand schrijven is niet makkelijk met de kroontjespen. Je moet zo’n pen namelijk trekken terwijl je door onze schrijfrichting met de linkerhand de pen vooral duwt. Dan graaft de punt zich in het papier, overal kladden en spetters… drama. Dus telkens dwong de juf weer die pen naar rechts. Ik werd er steeds zenuwachtiger en ongelukkiger van. In plaats van leren werd het rebelleren. Ik kreeg zelfs een onvoldoende voor vlijt. Terwijl ik toch zo’n braaf jongetje was.

Op een gegeven moment werd ik zó ongelukkig, dat ik weer in bed begon te plassen. Mijn moeder werd ongerust en nam me mee naar de dokter. Die gaf me na een diepgaand gesprek over mijn frustraties een heuse rechtsschrijfontheffing: een briefje voor de juffrouw: “Gregor mag links schrijven.” Schoorvoetend (er werd in die tijd nog geschoorvoet!) gaf ze toe. Er kwam een vulpen in beeld en later een balpen. Ik leefde op.

En toen viel ik in onze achtertuin uit de perenboom. Pols gebroken. Meer precies: linkerpols gebroken! De linkerarm ging dik in het gips. Kennelijk wilde de voorzienigheid dat ik tóch rechts zou leren schrijven. Het moest, het zou en het ging. Nog steeds schrijf ik met rechts en tegenzin, en met mijn handschrift is het nooit meer goedgekomen.

Wel volg ik nog steeds enthousiast de raad op van meester Scharf:
“Iedere dag je uiterste best doen met schrijven.”
Mijn klanten zijn er blij mee.