De laatste jaren heb ik me bij het online netwerken vooral geconcentreerd op allerlei bijzaken. Ik was bezig met het bij Google opstuwen van mijn Franse huizensites en hing dus vooral rond op OG-fora. Maar nu is er dus Copytaria. Reden genoeg om me wat meer te verdiepen in de netwerken rond mijn core business: teksten schrijven.
Ik moet zeggen, ik word er niet blij van. Het stikt werkelijk van de wannabees. Iedereen vindt zich maar tekstschrijver. Zeker nu het crisis is en de ontslagen vallen. Het lijkt wel of elke uit de boom gevallen marketingaap, op de bank belande bedrijvencoach of in het ongerede geraakte adviseur zich ineens tekstschrijver noemt. Ja, ze hebben immers jarenlang allerlei rapporten geschreven en niet zelden ook hun eigen new business-brieven opgesteld. Dus kunnen ze nu best aan de bak als copywriter, tekstschrijver of redacteur. Vinden ze.
Het gekke is dat geen van hen zich ineens journalist gaat noemen. Dat wordt dan kennelijk toch nog te veel als een echt vak gezien. En de opdrachtgevers zijn vaak bladen en kranten, waar ze vaak verstand hebben van wat goede journalistiek is. Maar teksten schrijven, dat is toch gewoon uh… teksten schrijven? Nou, dat kunnen ze als de beste. Bovendien lijkt het best aardig te betalen.
Niet gehinderd door enige realiteitszin profileren deze nieuwbakken beunhazen zich als ‘ervaren tekstschrijvers’. Ze registreren zich bij de LinkedIn Groep ‘online writers’, want – zie maar – ze hebben een eigen blog! Dat ze niet in staat zijn twee zinnen foutloos achter elkaar op papier te krijgen, lijken ze niet te erkennen als handicap. En het erge is… de opdrachtgevers hebben vaak niet eens door hoe belabberd hun zelfverklaarde ‘ervaren copywriter’ schrijft. Ze krijgen immers precies de voorgekauwde zinnetjes en platte beeldspraak die ze zelf ook hadden kunnen bedenken. En zijn met deze holle echo van hun eigen gedachten dik tevreden. Ze hadden het zelf niet beter kunnen verwoorden. Alsof dat een criterium is!
Ik stel voor dat alle kromschrijvende knutseltikkers nu direct stoppen met de verplatting en vertrutting van de commerciële communicatie en zich verwittigen bij het CWI, waar ze thuis horen. Oprotten, allemaal!
—- pffff…
Goed, sorry, ik moet ook om mijn bloeddruk denken. Ik ben een beetje extra venijnig vandaag. Dat komt, ik ben van het weekend met mijn zoon tamme kastanjes aan het rapen geweest. Daarbij hebben zich een paar gemene bolsterstekels als evenzovele splinters in mijn wijsvingertop genesteld. Met als gevolg dat ik als tweevingertikker nu met mijn linker wijsvinger en mijn rechter middelvinger tik. Ik maak dus al tikkend met mijn rechterhand de hele tijd het ‘fuck you’-gebaar. Op een of andere manier sijpelt dit door naar mijn linker hersenhelft met funeste gevolgen voor mijn gemoedstoestand. Zoals je vanzelf vrolijk wordt als je je mond in een glimlach plooit. Sorry. Ik zal stoppen en mijn kwetsuur in een bakje soda hangen. Wie weet kan ik dan morgen mijn scheldvinger weer inwisselen voor het moralistische wijsvingertje. Zoals jullie dat van me gewend zijn.