Bourbon
Geïrriteerd gooit Bill zijn staartje terug over zijn schouder. Met iets van walging kijkt hij van het telefoonnummer op zijn Psion naar de stapel papier bij zijn elleboog. ‘Hé man, je denkt toch niet dat ik die shit allemaal ga zitten overtikken? Forget it, buster. Gewoon even op ’n flop met een brompuber richting hiero die handel. Je deadline is inclusief digitaal aanleveren, anders nakko, vat je?’ Hij leunt voorover, hakt de punten van zijn slangeleren laarsjes diep in de polen van het Corneille-tapijt. ‘Dan ga je er maar één kopen! God, man, zelfs mijn opoe van 80 zit op ’t net!’ Hij smijt de hoorn op de haak en beent naar de koelkast. Meewarig: ‘Watermann! Tijd voor een vette whisky, man.’
Bloed
Hij durft hem niet in de ogen te kijken, maar blijft staren naar de kop van de pijp, die barometer van Vaders gemoed. In de grote maar vreemd vrouwelijke hand ligt een lederen doosje. Het deksel klikt en daar ligt De Pen. ‘Jongen’, zucht Vader, ‘Met deze vulpen schreef ik mijn eerste roman, mijn tweede roman, mijn derde tot en met mijn zevende roman en mijn laatste vijf romans.’ De jongen siddert als hij denkt aan de conceptie van de achtste roman, dat vreselijke, donkere jaar op Java. Gelukkig werd de Watermann vóór de negende roman teruggevonden in de voering van een hutkoffer. ‘Je hebt zojuist je eerste verhaal gepubliceerd gekregen. Mijn Pen is nu de jouwe.’ En voor het eerst in 18 jaar drukt zijn vader hem aan zijn hart. ‘Mijn Zoon.’
Speeksel
In het café is Ronald erg tegen computers. Hij kan niet nadenken zonder pen in zijn hand. Vulpen, natuurlijk. Echte Watermann, nog van z’n vader geweest. Bovendien is schrijven schrappen, wisten we dat niet? Nou, luister dan: ‘Schrijven is schrappen en met een computer kun je niet schrappen, alleen wissen. Hebt je ooit iemand horen zeggen: ‘Schrijven is wissen?’ Nou dan. Wissen is laten verdwijnen. Kun je nooit meer zien wat je fouten waren. En van je fouten moet je leren, wisten jullie dat niet? Nou, luister dan: van je fouten moet je leren.’ Hij likt even zijn lippen. ‘Zeg, kan iemand mij wat geld lenen? Is de volgende ronde van mij.’
Wijn
Erna dacht het raak geschoten te hebben met haar kunstenaar, al verdiende hij dan wat bij als reclameschrijver. Hij kon altijd zo leuk uit de hoek komen en bedacht daarom teksten voor grote bedrijven. Laatst nog, tijdens de avondmaaltijd, was hij ineens opgesprongen: ‘Een zaak van vertrouwen!’ De erwtjes – ze aten erwtjes – huppelden over tafel. Geschrokken had ze gevraagd wat er mis was. Het bleek een nieuwe slogan voor een advocatenkantoor te zijn. De hele verdere avond had hij zichzelf breed grijnzend lopen citeren. ‘Een zaak van vertrouwen. Een záák van vertrouwen. Een zaak van vertróuwen.’ Wat was ze trots geweest op haar Ronald. Dat had hij toch maar mooi bedacht. Een Zaak Van Vertrouwen.
Regen
Het regent. Maan. Watermaan. Man. Roman. Heinrich Mann. Thomas Mann. Waterman. Vissen. Boogschutter. Superman. Boogyman. Buurman. Timmerman. Edelman. Bedelman. Dokter. Pastoor. Koning. Keizer. Kletsmajoor. Man. Mannomannoman. Somberman…s. Hermans. Man. Men. A giant leap for Mankind. Man. Kind. Veerman. Man en muis. Man en macht. The pen is mightier than the sword. The penis, mightier than the sword. A man, a plan, a canal: Panama. Pa & ma. Papa. Watermann. Het regent. Donker.
Zweet
‘Ah, mijnheer is een kenner’, fleemt de verkoper als Ronald het woord processor laat vallen op een plek die hem wel veilig lijkt. Nu kan hij niet anders dan valse bescheidenheid voorwenden. ‘Ach kenner, weet u, ik schrijf eigenlijk alles nog met de pen.’ Daar moet de verkoper hartelijk om lachen. ‘Ah, en nu wilt u uw pen verruilen voor een Pentium. Jaja, hahaha.’ Ronald kijkt hem glazig aan. Waarop de man meent te moeten: ‘Pen… Pentium. Grijptuwel?’ In het borstzakje van het verkopersuniform lachen twee Parkers en een Bic hartelijk om de grap van hun baas. Ronald deinst een stap terug, en nog een. Hortend achteruit lopend, stoot hij, een stapel, dozen, om. De deurknop is glad. ‘Geld, glad vergeten. Dag.’ Van werken zal vandaag wel niks meer komen.
Tranen
‘Daronken, zegtu? Daronken? Mijnheer, ik ben gráákt door de muze. Weet u wel wiehik ben? Een goot schijver, m’heer. Publicaties in De Gids! En onlans werd mijn eeste bundel nog instemmend steerd in Miljenn.. Mlennium. Jawel, ook de huigeneratie ziet nog mijn talenrmblm. Breeuh!
…
Hééé, wiehèwedaar? Wmúúúúhshh! Harry Mwuulis! Daar ben je. Sta op, smiecht! ondekking van Demel. Mijn idee. Neeee, lamelos, die Mwuushep mij idee shtolen. Ge-sto-len. Hier, Muush, ik zal…. Hééé, haal uw vuige…… Mijn colbert, mneer. Voorzichtig, u kraakt…. wohaa! Kga al.
…
Euhrôh. Bijna penpot. Greedschp. Brood. Liefde… Kapot. Vader…’
Inkt
Sinds Erna bij ‘m weg is, is het heerlijk stil in huis. De Watermann danst over het papier: ‘Advocatenkantoor De Jong, De Vries & Janssen is een moderne, cliëntgerichte organisatie die kwaliteit en service hoog in het vaandel draagt. De Jong, De Vries & Janssen beschikt over uitgebreide kennis en ervaring op het brede gebied van de nationale en internationale wet- en regelgeving, zodat wij onze cliënten te allen tijde optimaal kunnen adviseren. Voor een passend en ter zake kundig juridisch advies kunt u dan ook te allen tijde een beroep doen op De Jong, De Vries & Janssen. De Jong, de Vries & Janssen. Een zaak van vertrouwen.’ De pen hangt even in de lucht, terwijl Ronald prevelend terugleest. Dan trekt hij een mooie rechte streep door de laatste ’te allen tijde’. In de marge schrijft hij: ‘altijd’.