Augmented reality

Het is om gek van te worden zo handig, zo’n bundeltje toepassingen van nieuwe media. Want dat is ‘augmented reality’. Daarmee kun je op je GPS-telefoon met internet als je ergens staat de wereld om je heen op het scherm bekijken (bent u daar nog), maar voorzien van commentaar. Dus stel je staat op het Leidseplein, dan draai je rond en zie je achtereenvolgens de schouwburg (met daarbij de voorstelling van vanavond en het telefoonnummer), de kroegen en restaurants op het plein (aanklikbaar om menu’s te bekijken en commentaren van bezoekers te lezen), de tramhalte (reistijden), Burger King (reclame-menu) en The Buldog (aanbieding Rode Libanon, één halen twee betalen maar heee, jij bent zo stoned who cares, weet je wel?). Zie hier een filmpje over het fenomeen. Handig. Indrukwekkend. Gaat iemand het gebruiken? Misschien.

Maar nu iets heel anders. Genootschap Onze Taal heeft een vraagje. Kunnen we niet een mooie vertaling bedenken voor die term ‘augmented reality’. Wikipedia zegt: ’toegevoegde werkelijkheid’.

Ik stel voor het woord ‘wereldverbeteraar’ te gebruiken. Die term is vrij, want zo iemand heet tegenwoordig ‘idealist’ of ’theedrinker’ of ‘lid van de linkse kerk’. Inclusief nare bijsmaak.

Het systeem verbetert de werkelijkheid, maar werkelijkheidsverbeteraar lijkt me te bewerkelijk.

In de commerciële communicatie heet het dus voortaan:
De nieuwe iPhone. Nu met wereldverbeteraar!

Wie biedt meer?