De burgeroorloghitser

Je vraagt je af wat iemand bezielt die zo’n stukje in de krant schrijft. Wat denkt Jos van Noord hiermee te bereiken? Hij vertelt niks nieuws, want dat er Marokkaanse rotjochies rondlopen, daar is iedereen het wel over eens. Hij komt ook niet met een echte oplossing. Ja, hij roept de ‘weldenkende Marokkanen’ op om hun jeugd tot de orde te roepen. Maar als je de ‘weldenkende Marokkanen’ aan je zijde wilt hebben, is het dan slim om eerst een hele column vol te pennen met ongenuanceerde, discriminerende borreltafelpraatjes? Ik citeer:

“Waarom willen, van alle nieuwkomers, nu juist Marokkanen zich niet aanpassen? Zelfs dat lukt deze lanterfanters niet! Eigenlijk wonen ze hier niet eens, ze wonen in dat achterlijke Berbergebied, want daar bouwen ze hun huizen, uit het zicht van onze fiscus.”

“Met keiharde moskeemuziek vanuit hun drugscabrio’s stapvoets over de Strandweg, dagjesmensen uitdagen en bespuwen, wandelaars treiteren.”

“De strandtenthouder werd bedreigd, want dat hoort er in islamitische klierkringen helemaal bij.”

“Denk nou niet dat je vanuit de Marokkaanse gemeenschap iets hoort. (…) Logisch, want ze kunnen en weten niets. Ze weten niet eens wat hun eigen kinderen uitspoken, moe is analfabete en zit de hele dag voor de Marokkaanse tv muntthee te drinken, hunkerend naar haar huis in Ksar-al-Kabir.”

Kortom, Jos van Noord zet hier in één brede zwaai een heel volksdeel in de hoek, en daarmee de discussie opnieuw op scherp. Hij appelleert aan het ‘gesundes Volksempfinden’ van mensen die hij zelf uit de grond van zijn hart minacht.

Deze column illustreert dan ook met verve de ware oorzaak van het inburgeringsprobleem. Een ‘weldenkende Nederlander’ schrijft een fel discriminerend stuk tegen Marokkanen en eist in één adem en op hoge toon van dezelfde Marokkanen dat ze zich aanpassen. Aan wie? Aan die lul van een Van Noord?

Hoog tijd dat er weer eens stoet weldenkende mensen optrekt naar het Telegraaf-gebouw om dat stelletje oorlogshitsers en volksverraders eens flink de oren te wassen.