Trouwe lezertjes weten dat ik een groot voorstander ben van eerlijke reclame. Van beaat geblaat en dom borstgeroffel krijg ik spontaan jeuk in mijn bilspleet op lastig bereikbare plekken. Natuurlijk kan het geen kwaad om in je communicatie een overwegend positief beeld te schetsen van je diensten en producten. Het is nu eenmaal reclame. Maar hou het realistisch. Toon ook wat van je zwakheden, stel je kwetsbaar op. Je zult er sterker uitkomen.
De daad bij het woord voegend wil ik het hier even hebben over mijn negatieve eigenschappen. Dingen waar ik niet zo goed in ben en persoonlijke kenmerken die ik gewoonlijk niet van de daken schreeuw. Het is misschien geen goede reclame, maar het betekent wél dat mogelijke klanten precies weten wat ze in huis halen. En daar wordt op de lange duur iedereen beter van.
Nou heb ik een tijdje profielen van kandidaten voor een recruitmentbureau herschreven. Gevraagd naar hun zwakke kanten stelden die steeds: “Ik kan mijn werk maar moeilijk loslaten. Ik kan geen nee zeggen tegen collega’s die hulp nodig hebben. Soms ga ik iets te gedreven op zoek naar topkwaliteit.” Meteen ontslaan die schijnheilige bende, zou ik zeggen. In die valkuil gaan we hier niet trappen. Eerlijk is eerlijk! Hup, voor de draad er mee!
Slordigheid
Voor veel klanten is slordigheid een doodzonde. Ik ken er eentje die standaard 40% minder betaalt als er ook maar één tik- of spelfout in zijn teksten zit. Helaas ben ik bij het schrijven vooral bezig met inhoud en stijl. Dat de argumenten kloppen en het geheel lekker wegleest. Daardoor glipt er wel eens een tik- of dt-fout tussendoor. Ik moet dus erg opletten dat ik mijn teksten door de spellingscontrole haal én nog eens kritisch doorlees. En dan nog vinden mijn klanten (gelukkig vaak reclamebureaus, waar er iemand naar kijkt voordat de opdrachtgever het onder ogen krijgt) nog wel eens een misser. Remedie: de tijd nemen en kritisch nalezen.
Breedsprakigheid
Ik hoor mezelf graag praten. En ben vaak erg blij met mijn eigen anekdotes en kwinkslagen. Gevolg is dat er soms een enorme woordenbrij uit mijn pen lekt, waar de lezer zich doorheen moet eten om de werkelijke boodschap te bereiken. Nou is het meestal lekker geschreven, maar toch. Neem nou de derde alinea van dit stuk. Deze tekst had best zonder gekund. “Kill your darlings” zeggen de Amerikanen. “Fuck ’m”, zeg ik. Ook hier moet de opdrachtgever mij bij de les houden. En als hij denkt dat het korter kan, mij vragen of het niet wat korter kan. Meestal kan dat.
Eigengereidheid
Het ergste is achter de rug. We komen nu bij een slechte eigenschap met ook wel wat positieve kanten. Ik ben nogal een eigenwijze lul. Een van mijn opdrachtgevers belt me vaak al vóór de briefing om te overleggen welke kant het op moet. Want, zo zegt ze: “Als ik het niet vraag, wil je het later toch weer helemaal anders doen.” Dat is waar. Noem het het ‘not invented here syndrom’, noem het ‘een stukje artisticiteit’… hoe je het ook noemt, het kan heel vermoeiend zijn. Voor álle betrokkenen, want als uiteindelijk blijkt dat het echt precies zo moet als de klant wil, zelfs al zou mijn manier veel beter zijn, dan ga ik schoorvoetend en morrend aan de slag. Deze nare karaktertrek vergt nogal wat diplomatieke vermogens van de klant. Dat is ook een van de redenen dat ik graag voor reclamebureaus werk, waar een account manager mijn ego kan sparen door te zeggen: “Het is inderdaad ontzettend dom dat ze het niet snappen, maar ik slaag er niet in ze van de wijsheid van jouw standpunt te overtuigen. Wil je het alsjeblieft gewoon doen zoals de klant wil?” Probleem opgelost.
Slordig, lang van stof en eigenwijs
Je moet als klant wel gék zijn om mij nog in te willen schakelen. Aan de andere kant… je hebt dit hele verhaal gelezen en je weet nu precies wat je aan me hebt. Zou je niet willen dat potentiële klanten ook jouw verhalen helemaal lezen en dan precies weten wat ze aan jou hebben? Bel of mail Krek..