Systemen met ‘waardebepaling achteraf’, waarbij de klant na ontvangst van de dienst mag bepalen hoeveel hij het waard vindt, zijn niet nieuw. Dertig jaar geleden werkte ik al met zo’n systeem. Elke dag weer gaf ik lezingen aan groepen van vijftig tot honderd mensen. En na de lezing mochten ze zelf bepalen hoeveel ze mij daarvoor wilden geven. Als ik in topvorm was, gaven ze me meer dan op dagen dat ik werkelijk geen zin had. Ik kon dus maar beter niet te veel feesten (ik was een jonge twintiger) want brak optreden leidde onherroepelijk tot minder inkomen. Gelukkig had ik deels ook een basissalaris. Minimumloon.
Ik was gids op de rondvaartboot in Amsterdam en op de bus door heel Nederland. Entertainer, want van de inhoud moest ik het niet hebben. Dus ook wat dat betreft is er weinig veranderd.
Het systeem van de rondvaart was voor toeristen een beetje lullig. Die moeten namelijk eerst een kaartje kopen, en krijgen dan aan de eind van de rit ook nog eens een bedelverhaal van de gids: “slechts een werkstudent en daardoor gedeeltelijk afhankelijk van uw vrijgevigheid”.
Wat ik toen geleerd heb, is dat als je mensen je vertrouwen schenkt, ze vanzelf betrouwbaarder worden. Bij rederij ‘De Amstel’ hadden we ’s avonds vaak groepen van reisorganisatie ‘Kon Tiki’. Studenten uit de hele wereld die op een prikkie Europa deden. Daar verdiende je geen reet aan, was de teneur onder de rondvaartgidsen en kapiteins. Logisch, die waren zelf óók student en daarmee niet onder de indruk van het standaardverhaal. Ik was de enige gids van de rederij die wél geld uit die groepen haalde. En flink wat!
Ik werd geïnspireerd door ‘Stranger in a strange land’, een boek van science fiction-schrijver Robert Heinlein. In dat boek kwam een kerkgenootschap voor met een bijzonder collectesysteem. Bij de deur stonden grote schalen met geld. Wie rijk en gelukkig was, kon daarin een donatie deponeren. Omgekeerd mochten behoeftigen om hun nood te lenigen ook geld uit de schaal te pakken. Die schalen waren altijd vol.
Op een avond besloot ik dit systeem uit te proberen. Ik vulde de pot met precies honderd gulden in dubbeltjes, kwartjes, guldens en rijksdaalders, en zette deze bij de deur. Vervolgens legde ik aan de groep uit dat ik – net als zij – een student was en dat ik leefde van fooien. Maar dat ik ook wel begreep dat zij het niet breed hadden en ik geloofde in ‘equal distribution of wealth’. Dus stelde ik voor dat wie een zware en dure week had gehad, geld uit de pot mocht pakken om toch een biertje te kunnen drinken. Wie nog wel wat over had en het een leuke rondvaart had gevonden, mocht er ook een fooi in doen.
De kapitein verstijfde in zijn stoel. Het was voor de helft zijn geld. “Wat doe je nou, man?” siste hij verbeten uit zijn mondhoek. Ik probeerde onbezorgd te blijven kijken. De jonge toeristen klommen de boot uit. Bij de geldpot staken velen lachend hun hand er in en rommelden wat in het geld. Toen iedereen vertrokken was, heb ik met trillende handen de balans opgemaakt. Wat bleek… we hadden flink verdiend aan dat laatste rondje. De eerste keer dat een Kon Tiki groep wél geld had opgeleverd. Vanaf dat moment heb ik bij de studenten steeds dezelfde truc uitgehaald. En altijd was de balans positief.
Het gekke is, dat hoewel al snel iedereen bekend was met de truc, voor zover ik weet geen van de collega’s het systeem ooit overgenomen heeft. Ze waren kennelijk toch te bang dat iemand hun fooienpot in zijn backpack leeg zou gieten.
Met waardebepaling achteraf voor tekstschrijvers zie ik hetzelfde fenomeen. Er is toch een bepaalde huiver. Tekstleveranciers die me mailen met meer informatie over Copytaria vragen zich steeds af: “Wat als ik belazerd wordt? Kan de klant geen misbruik van mij maken?” Het antwoord is natuurlijk dat dat risico altijd bestaat. Maar ook dat je moet leren het los te laten. Ondernemen is risico nemen. En het onderscheidende voordeel van werken volgens waardebepaling achteraf zal aan het eind – daar ben ik van overtuigd – altijd méér opleveren dan de eventueel te lijden schade.