Verrijk je woordenschat. Flapdrol!

Flapdrol was helemaal de bom deze week. Dat kwam doordat Jan Marijnissen tijdens een debatje Minister Koenders een Flapdrol heeft genoemd. Tot drie keer toe! Koenders had Marijnissen geërgerd door wat blasé te reageren op vragen van de SP. Waarop Marijnissen de minster van Onwikkelingssamenwerking dus flapdrolde. Koenders was gebelgd. Marijnissens’ patijgenoot Agnes Kant haalt haar schouders op en doet er zelfs nog een schepje bovenop: “Koenders ís ook een flapdrol. Hij staat hier mooie sier te maken en als hij wordt onderbroken door een SP-Kamerlid, wordt die weggezet. Koenders is een klein kind.” Nou, dat kan Koenders in zijn zak steken.

Naar aanleiding van dit incident, dat in de pers helaas het inhoudelijke debat overschaduwde, kunnen we ons afvragen hoe erg die belediging nu eigenlijk is. Vergeleken met het ‘knettergek’ van Wilders valt flapdrol wel mee, zo is de heersende opinie. Kunnen we een bepaald gewicht toekennen aan flapdrol? Zeker kunnen we dat. Er is namelijk jurisprudentie.

In februari 2007 hoorde een man uit Meppel een boete van 220 euro tegen zich eisen omdat hij een stel ambtenaren in functie (politieagenten) had uitgemaakt voor ‘flapdrollen’. De man voerde te zijner verdediging aan dat hij het woord ‘flapdrol’ helemaal niet zo’n ernstige belediging vond. De rechter was dit absoluut niet met hem eens. Hij vond het zelfs een zó zware belediging, dat hij de boete nog eens met 30 euro verhoogde. “En”, zo voegde hij de veroordeelde toe: “Als u ‘flapdrol’ niet beledigend vindt, dan vind ik u een flapdrol”.

Koenders maakt dus een goede kans op schadevergoeding als hij Marijnissen een proces aan doet. Met wat goede wil kunnen we immers ook Koenders een ambtenaar in functie noemen. Maar Marijnissen onstpringt de dans. Net als trouwens de rechter die de zojuist veroordeelde man een flapdrol noemde. In mijn ogen is dit een ernstiger belediging dan die van de man tegen de agenten. De intentie en het eigen beleven van de belediging tellen immers mee in het gewicht ervan. De man vond flapdrol niet echt een zware belediging. De rechter vond dit naar eigen zeggen wél.

Toch komen zowel de rechter als Marijnissen ermee weg.
Quod licet Iovi non licet bovi.