Wat is een goede tekst? 2

Ik heb deze vraag al eerder geprobeerd te beantwoorden, maar blijf het moeilijk vinden het begrip ‘een goede tekst’ te definiëren. In mijn vorige stuk bleef ik vooral aan de oppervlakte. Ik doe nu een poging wat dieper te gaan en in algemene zin uit te leggen wat voor mij een tekst beter maakt dan gemiddeld.

Rijm
Bij het beschrijven van positieve emoties gebruiken mensen liefst letters en klanken uit hun eigen naam. Bij lelijke gevoelens mijden ze juiste de eigen naamletters. Daar denken ze natuurlijk niet actief over na. Ze rijmen onbewust het zuivere met zichzelf. Zo denk ik dat een goede schrijver ook grotendeels op het gevoel woorden bij elkaar zoekt die in elkaars gezelschap lekker klinken. Het rijm – en dat mag ook best heel associatief beeldrijm zijn – wordt in de meeste gevallen door de lezer niet opgemerkt. Maar het draagt wel bij tot de leesbaarheid. Alles rijmt in een sterke tekst.

Ritme
Tekst is net als muziek. Je hebt tekst die schreeuwt, knalt en dramt: hardrock. Andere teksten flemen, vleien en stromen als een romantisch, dromerig liefdesliedje. En er zijn teksten die eentonig en repetitief zijn als liftmuziek of goedkope pulppop. Zelf vind ik dat tekst een beetje jazz moet zijn. Onvoorspelbaar. Met nu eens een versnelling, dan weer een onverwachte pauze. Tussendoor de hindernis van een ingewikkelde passage of “Klonk!” een onverwacht, eigennissig woord waar je hersens even aan blijven haken. Maar wel steeds met een thema, een klare lijn die je langs de valkuilen en kliffen leidt en je bij de les houdt tot aan het laatste “Akkoord.”.

Argumentatie
Even afgezien van vage kwaliteiten als klankkleur, ritme, associaties en muzikaliteit valt de kwaliteit van een tekst ook af te lezen aan de inhoudelijke, rationele argumentatie. Hoe ritmisch het ook rijmt, het moet óók gewoon kloppen. De schrijver probeert de lezer met zijn tekst iets wijs te maken. Dit betekent dat hij moet zorgen voor een kloppend, helder relaas. De ene stelling leidt naar de andere, er zijn voldoende ondersteunende bewijzen en alles steekt hecht in elkaar. Aan het eind is maar één conclusie mogelijk. Die van de schrijver.

Geloof
Om overtuigend te kunnen schrijven, helpt het als je er zelf oprecht in gelooft. Mijn minste werk leverde ik voor bedrijven waarvan ik het product niet echt goed begreep of zelfs maar zozo vond. Het wringt en wrikt en dat lees je er aan af. Ik probeer dit soort klanten te mijden. Ben ik echter zelf overtuigd en enthousiast over de kwaliteit van het product en de intenties van de leverancier, dan rolt de tekst er zó uit.

Lef
Nieuwe woorden gebruiken, clichés vermijden, je af en toe een grapje of een kwinkslag permitteren… het vraagt om enige moed. Afgezien van de betere literatuur- en opinieschrijvers, die zo’n beetje hun eigen gang kunnen gaan, hebben de meeste broodschrijvers te maken met een opdrachtgever. De gemiddelde klant wil een veilige tekst die in alles lijkt op alle andere teksten die hij dagelijke onder ogen krijgt. Don’t rock the boat. In ettelijke correctierondes worden teksten van smaak en kraak ontdaan. Zo ontstaat de maalstroom aan grijze, uitgekauwde en onverteerbare tekstmisbaksels die de lezer dagelijks voorgeschoteld krijgt.

Smakelijk lezen!
Lekkere en goed verteerbare teksten ontstaan als een schrijver de vrijheid krijgt en voldoende zelfdiscipline heeft om zijn grenzen te laten bepalen door de smaak van de doelgroep. En het talent heeft om de lezer bij de kladden te pakken en diep in de ogen te kijken om de boodschap er in te hameren. Zonder hem van zich te vervreemden. Een echte zegen is het, ten slotte, als degene wiens brood men eet beseft dat het geen reet uitmaakt of het woord hem zélf aanspreekt. Zo lang de lezer het maar vréét.

Dit artikel is geïnspireerd door Erno Hannink.