Kutsites van VAXS en Vtight

vagina-vaxsJaren geleden kreeg ik het verzoek een internetsite te herschrijven vol teksten over allerlei erectiele crèmes. Longstand Gel en Everhard Cream, dat werk. Het verzoek was of ik het allemaal wat ‘medischer’ kon laten klinken. Zonder natuurlijk daadwerkelijk medische termen te gebruiken want het ging niet om beproefde medicijnen. Ik heb dat toen geweigerd. Hopelijk hoef ik niet uit te leggen waarom. Toch zijn er kennelijk mensen die minder scrupules hebben. Iemand heeft toch wat van die kutsites gebouwd en volgeschreven, voor VAxs vagina verjongingscrème en VTight verjongingskuur…

VAXS vagina verjonging en V-Tight verjongingskuur

VAxs (Vagina Xtra Small, gok ik) en Vitight verjongingskuur proberen vrouwen ervan te overtuigen dat ze weer een lekker strak kutje kunnen krijgen als ze maar genoeg vagina verjongings crème (sic!) op en tussen hun labia smeren. Ik citeer: “Bij dagelijks gebruik over een periode van drie maanden zal het weefsel zich rond de labia en de anus zich blijvend verstevigen en de binnenste schaamlippen strakker tussen de buitenste schaamlippen gaan zitten.”

VAXS leverancier

VAxs komt uit de koker van jobacom.nl, een onderneming die verantwoordelijk is voor onmisbare producten als Sterwit (inderdaad, om dat genante bruine sterretje te bleken), Boezembooster (je gelooft het niet), Nymfolust (de ultieme geilmaker die van iedere persoon een ware nymfomaan maakt), Femalegel (laat vrouwen intenser genieten en meerdere malen hun hoogtepunt bereiken!) en Famoushair (voor bruisend mooi haar). Ik mis nog ‘flamoeshair’, voor lekker zacht haar op je vagina, maar goed.

Werkt VAXS en V-Tight vagina verjonging?

Even afgezien van het uitgelubberde taalgebruik, de overdaad aan spaties, de rommelige zinnen, de ronkende clichés en de aperte grammaticale fouten bij Vaxs vagina verjonging en Vtight strakkere vagina, rijst bij mij maar één vraag: “Mag dit zomaar?” Mag je inspelen op de onzekerheid van vrouwen over hun vagina, borsten, libido of ongebleekte anus puur en alleen om ze tegen belachelijk hoge prijzen potjes vage crèmes aan te smeren?

Hé, VAXS en V-Tight… smeer ‘m!

Kennelijk mag het inderdaad. Maar dan mag ik ook zeggen: VAXS? V-tight? Doe het niet! Trap er niet in! Als je schoon gedoucht bent en lief kunt zoenen, is dat voor de gemiddelde man al meer dan genoeg. Zeker als je hem ook en af en toe een complimentje geeft over zijn stoere postuur en indrukwekkende gereedschap. Want lieve zoentjes en dito complimentjes, daar kan geen Longstand-crème of vagina verjongingskuur tegenop!


Naschrift:
Vaxs ervaringen en V-Tight ervaringen

Ik ben overigens erg geïnteresseerd in échte ervaringen van vrouwen met VAXS crème en/of V-tight gel. Vrouwen die VAXS crème testen of getest hebben en die een reactie willen geven op hoe de V-tight verjongingskuur ervaring is uitgepakt, kunnen hieronder altijd hun ei kwijt. Overigens ben ik alleen geïnteresseerd in échte VAXS en V-tight ervaringen, dus niet van net-testimonials van VAXS verkopers of mensen die zich door de V-tight fabrikant laten betalen om met positieve ervaringen te strooien. Deel je ervaringen met deze en andere vaginaverstrakkers en -verjongers in de reacties hieronder.

Tot slot hier nog wat interessante planten en bloemen met namen gerelateerd aan intieme lichaamsdelen.

 

hoofdzaken in onderkast

ik weet het, ik ben een vreselijke oude lul die wars is van elke vernieuwing en die er dus totaal niks van begrepen heeft, van de moderne ontwikkelingen in de taal en het design, maar ik heb er moeite mee. natuurlijk, je moet je onderscheiden in de sales en dus moet je een dingetje hebben, een haakje, een corporate property als het ware. zo heeft eyear bizdev behalve een lollige naam (oogoor of e-jaar) ook een totaal gebrek aan hoofdletters, zo blijkt op de site. hoofdletters kunnen ze de bout hachelen, ze hebben er een broertje aan dood. weet je wat? fuck hoofdletters! of er ook een filosofie achter zit weet ik niet, maar persoonlijk word ik er behoorlijk iebelig van, die hoofdletterloosheid. en dan die taal! lead generation creëert hot prospects. een dergelijk traject voedt de pipeline van uw sales, welke direct aan de slag kan met geïnteresseerde klanten. welke? geen idee.

Geen idee. Dus dan maar gewoon de hoofdletters weg laten? NEEN, zeg ik u! Alles wat de lezer afleidt van de inhoud, schaadt de impact van de communicatie. Dus hup, eyear! Come to your sentences. Shift for caps!

Mag ik u zoenen?

Het lastige van emigreren is (onder meer natuurlijk, onder heel veel meer) dat je als nieuwkomer de codes niet kent. Je hebt een andere geschiedenis. Je weet niet hoe het er 40 jaar geleden op de kleuterschool aan toe ging, bent niet in de ketel met toverdrank gevallen. Ik ben een echte Hollander. Mijn ouders zeiden: “Honger maakt rauwe bonen zoet.” en “De koningin moet ook spruitjes eten.” Ik moest thuiskomen als de straatlantaarns gingen branden, luisterde naar het wereldnieuws volgens Phillip Bloemendaal, zwaaide terug naar Tante Hannie in zwart-wit, lachte om het sapperdeflap van een of andere pipo en hoorde Den Uil door de mond van Wim Kan ‘drie dingen’ uitleggen. De buitenlanders die naar Nederland komen, kunnen nóg zo hun best doen op inburgeringscursus, ze hebben gewoon de goede bagage niet om er echt helemaal bij te gaan horen. “Daar helpt geen lieve moedertje aan.”

Ach, je kreeg ook in mijn tijd in Nederland best wat buitenlandse cultuur mee. Via de TV. In Amerika hadden ze een sprekend paard dat steeds ‘Willlburrrr” riep, Belle et Sebastien waren een onafscheidelijk Frans stel en in Engelse winkels schalde het “Mr. Humphries? Are you free?”.
Maar dat alles is oppervlakte. Het kan de kleuterschool niet vervangen. Ik merk het bijna dagelijks in Frankrijk. Ik ben een kat in een vreemd pakhuis. Als je voor een dubbeltje geboren bent, word je nooit een Louis d’Or.

Neem nou de kwestie van het begroeten. Of je mensen nu wel of niet kent, bij een begroeting geef je iedereen in ieder geval een hand. Vrouwen die je iets beter kent, bijvoorbeeld moeders van schoolvriendjes van de kinderen die je al een paar keer over de vloer hebt gehad, geef je ‘la bise’, twee zoenen op de wang, hoewel het beter is om even de wangen te toucheren en een smakje in het oor te blazen. Anders wordt het al gauw wat klef. Vrouwen die je alleen van het schoolplein kent, krijgen gewoon een hand. Lastiger wordt het al als je je kind komt halen en er een groepje moeders staat. Sommigen ken je van over de vloer, anderen alleen van de straat of van gezicht. Dan moet je er dus een paar gaan zoenen en anderen weer niet. Waar leg je de grens? Ontzettend moeilijk, al lijken de Fransen er zelf geen enkel probleem mee te hebben. Ze denken er niet of nauwelijks bij na. Of ze doen maar gewoon wat en als het een beetje fout dreigt te lopen geven ze de schutterigheid geen kans. Ze zeggen: “Allez, on se fait la bise.” Smaksmak, klaar.

De basis voor het zoengedrag (dat tot overmaat van ramp ook nog eens regionaal én sociaal bepaald is, want in Parijs schijnen ze in sommige kringen zelfs vier maal te smakken!) wordt gelegd in de kindertijd. Het is sowieso de bedoeling dat jongens en meisjes tot een jaar of 7 à 8 álle bezoekers in het ouderlijk huis begroeten met ‘la bise’. Met uitzondering van de man die de gasmeter komt opnemen wellicht. Met jongetjes houdt die verplichting ergens tussen de 8 en 12 op, al bijven ze wel vrouwelijk bezoekers zoenen. Meisjes daarentegen hebben een soort smakverplichting tot ze het huis uit gaan, lijkt het wel. Het is me al overkomen dat ik mijn zoon kwam halen bij mensen die ik verder niet kende. Ik was de auto nog niet uit of er kwam een beeldschone jonge vrouw met verleidelijk decolletee naar me toe schrijden. Ik keek verbaasd om me heen of ze wellicht iemand anders op het oog had, maar nee, ze was echt naar mij op weg. Eenmaal gearriveerd zei ze warm “Bonjour” en bood ze me haar wang aan. Zonder blikken of blozen. Tenminste, van haar kant. Het was de grote zus van het vriendje van mijn zoon, en ze begroette een gast in het ouderlijk huis. Charmante gewoonte, maar wel erg wennen.

Eenzelfde probleem doet zich voor bij het tutoyeren. Er is geen peil op te trekken. Ik neem daarom maar het zekere voor het onzekere. Ik vousvoyeer gewoon iedereen tot zij zelf het initiatief nemen om daar verandering in te brengen. In het begin ging ik nog wel eens de fout in, door mensen heel beleefd te vragen om mij vooral te tutoyeren. Ik voel me in het Nederlands al niet gemakkelijk met ‘u’ en ‘meneer’, al heb ik inmiddels wel de leeftijd dat ik dit teken van respect van mij onbekende jongetjes wel op prijs stel. Als zo’n leuk fris joch je met zijn grote blauwe stuiters onbevangen aankijkt en meteen begint met ‘Dag, ik ben Justin, wie ben jij?’ dan kan hij direct een knal krijgen. Blaag. Maar volwassenen mogen best ‘je’ tegen me zeggen, ook als ze een paar decennia jonger zijn. In Frankrijk betekent een vriendelijk “zeg maar ‘je’ hoor” meteen ook een vraag om te mogen terugtutoyeren. Dat kan pijnlijke situaties opleveren. Met de loodgieter bijvoorbeeld. Aardige vent. Paar jar jonger dan ik. Bij de tweede ontmoeting noemde ik mijn voornaam en vroeg ik hem mij te tutoyeren. En – het moet gezegd – hij deed eventjes manhaftig zijn best, zodat ik ook hem met de voornaam ging aanspreken. Maar de eerstvolgende keer dat hij langs kwam, stond ik mooi voor lul met mijn joviaal “Bonjour Phillipe!” Hij antwoordde heel vriendelijk maar beslist met “Comment alles-vous, Monsieur Akkenberg”. Boodschap duidelijk.

Tekenend voor dit dilemma en de gereserveerde Franse houding is de anekdote over François Mitterand, die in zijn capaciteit van Président de la République eens oog in oog kwam te staan met een oude schoolkameraad, met wie wij ooit dikke vriendjes was geweest. Vanaf de kleuterschool, zeg maar. De vriend zei iets van: “Allez, François, wij hebben nog samen geknikkerd, zullen we elkaar maar tutoyeren?” Waarop Mitterand met een zuinig mondje antwoorddde: “Comme vous désirez.”

Krek. in Frankrijk (3)

Een van de dingen waarover we onzeker waren, was het sociale aspect van zo’n emigratie naar Frankrijk. We lieten onze vrienden, kennissen, klanten en complete sociale infrastructuur in Nederland achter en moesten helemaal opnieuw beginnen. Voor Hiromi was dat extra lastig, omdat die hetzelfde proces al twee keer eerder had meegemaakt. Ze was immers al eens van Tokyo naar San Diego (California) verhuisd, en na onze kennismaking nog eens van San Diego naar Amsterdam en aansluitend naar Huizen. Het laatste was maar een kippe-eindje, maar goed, ze had in Nederland toch een nieuwe taal geleerd en door haar kunststudie aan de Wackers Academie en haar schilderen een aardig netwerk opgebouwd. Ze kon in Frankrijk weer van voren af aan beginnen.

Zelf ben ik van nature optimistisch en oppervlakkig genoeg om makkelijk nieuwe relaties aan te knopen. Echt goede vrienden heb ik amper. Wat het voor mij misschien juist gemakkelijker maakte om te vertrekken. Bovendien sprak ik tamelijk vloeiend Frans als gevolg van vele Frankrijkvakanties, een onafgemaakte universitaire studie Frans en een jaar of acht werken als reisleider voor onder andere Franse toeristen in Nederland. Communicatieprobleem verwachtte ik dan ook niet. Voor Hiromi lag dat flink anders. Hoewel ze in Tokyo op school wel ooit Frans had geleerd, was haar kennis vooral theoretisch. Ze sprak geen woord in ‘La Plus Belle Langue’, en moest dus helemaal vanaf nul beginnen. Gelukkig vond (en vindt) ze Frans wel een mooie taal en is ze nogal taalgevoelig. Toch… ga er maar aan staan!

Gelukkig bleek het doodeenvoudig om nieuwe vrienden te maken. De eerste keer dat we een weekje doorbrachten in ons nieuwe huis in Frankrijk was december 2000. We kwamen om de omgeving te verkennen en alles klaar te maken voor de verhuizing, gepland in de komende lente. Alles was nieuw en spannend. Het ruime huis met de enorme zolder en een hele hectare grond. De biologische kippenboer die onze nieuwe buurman zou worden. De bomen en het bamboebos, allemaal van ons! En natuurlijk het gezellige dorp La Chapelle-Thècle.

Zo vonden we het een feest om naar de bakker te gaan, of naar de dorpskroeg. Als je daar binnen kwam, kreeg je van iedereen een hand (en twee zoenen van de eigenaresse), en kon je meteen meedraaien in de uitwisseling van rondjes. Niet dat we ook direct vrienden aan het maken waren… wij begrepen heus wel dat die oude mannetjes en landbouwers niet meteen stonden te trappelen voor uitbreiding van hun sociale netwerk. En al helemaal niet met een grote Hollander, zijn Japanse vrouw en twee onverstaanbare kindertjes.

We waren dan ook aangenaam verrast toen we op een zondagmiddag op een groepje relatief vlotte mensen stuitten. Twee stellen, zo op het eerste gezicht heel aardig. Op het tweede en derde gezicht ook trouwens, en na het vierde rondje Pastis waren we de beste maatjes. Sterker, toen we een paar uur later naar huis gingen, hadden we een uitnodiging van onze nieuwe vrienden op zak. Voor een apéro bij een van de twee paren: Olivier en Claudine.

Olivier was een lange, joviale man van een jaar of 35 met een paardenstaart en een cowboy-hoed. Zijn vrouw Claudine leek flink ouder dan hij. Het waren echte levensgenieters, dol op muziek, lekker eten, feesten en drank. Hoe dol precies, merkten we toen we een paar dagen later rond vijf uur ’s middags bij ze langs gingen. We werden allerhartelijkst ontvangen in hun prachtige huis. Het was een oude Bressaanse boerderij. Weliswaar een reuze bende, maar wel mooi met pittoreske ‘briques et colombages’ vakwerkmuren, een laag balkenplafond en een enorme natuurstenen open haard midden in de woonkamer.
Aan de keukentafel werd ik in no-time volgegoten met pastis, crémant de Bourgogne, wijn en gnole, schnaps van eigen stook. Dat komt, Oliviers vader had nog een privilège de bouille, waardoor de zolder vol stond met mandflessen vol gedestilleerd met pruimen-, druiven-, appel- en diverse andere smaken. Gelukkig dronk Hiromi toen ook al niet, zodat zij ons veilig naar huis kon rijden. Onze nieuwe vrienden vertelden ons van alles over de streek, de Franse gewoonten en moderne Franstalige muziek. Ik was zelf blijven hangen bij Aznavour en Brel, maar Olivier liet me kennis maken met onder andere Cabrel, M. en Mickey D.

Het was, kortom, reuze gezellig. Tijdens de avond bleek dat Olivier een eigen bouwbedrijfje had. Hij had drie werknemers, waaronder een timmerman, een manus van alles en een steenhouwer: Lawrence, zijn beste vriend, die we al in het café ontmoet hadden. Lawrence bleek ook de zoon van Claudine te zijn. Olivier woonde dus samen met de moeder van zijn jeugdvriend en werknemer. Interessant!

’s Avonds in bed, nog rozig van het lekkere eten en drinken, prijsden we ons gelukkig met de kennismaking. Wat een leuke mensen! En zo aardig en gastvrij! En nuttig bovendien, want Claudine wilde Hiromi wel helpen met haar Frans, en Olivier leek in voor ondersteuning bij het verbouwen van ons huis. We hadden het maar getroffen met onze nieuwe vrienden!

[wordt vervolgd]

Dé oplossing tegen onveiligheid

Jongens, hou je vast, ik heb een reuze-idee bedacht.
Iedereen klaagt maar over de toenemende gevoelens van onveiligheid in Nederland, maar niemand komt met een oplossing. Ik wel. Hét antwoord op de straatcriminaliteit: low income crime krek-down.

De probleemgroep
Allereerst gaan we op zoek naar de kern van het probleem. We kijken welke bevolkingsgroep de meeste criminaliteit veroorzaakt, waarbij we ons concentreren op zaken die de burgers het meest raken: straatroof, overvallen, inbraak, (winkel)diefstal en openbare geweldpleging. Daar is uitgebreid onderzoek naar gedaan, en wat blijkt: volgens de statistieken wordt 93% van deze categorie misdrijven gepleegd door jonge mensen (vooral mannen) uit de laagste inkomensgroepen. Dit zijn in het algemeen uitkeringsgerechtigden en lager geschoolde arbeiders tussen de 16 en 28 met een inkomen tot circa 25.000 euro bruto per jaar.
Een potentieel zeer gevaarlijke groep, die we dus extra in de gaten moeten houden. Het probleem is echter dat leden van deze groep niet makkelijk te herkennen zijn. Ze dragen vaak dure merkkleding en rijden in op het eerste gezicht zeer acceptable auto’s. Natuurlijk, sommigen pik je er zo uit door hun onbeholpen sociolect, plat Amsterdams, Rotterdams of Utrechts. Maar anderen spreken ondanks hun nederige afkomst en sociale achterstand keurig Nederlands.

Makkelijke indentificatie
Om deze risicogroep toch in één oogopslag te kunnen identificeren, stel ik voor een duidelijk zichtbaar te dragen herkenningsteken in te voeren, speciaal voor mensen met een sub-modaal inkomen. Ik denk daarbij aan een rood vignet met daarop een opgestoken duim, om het positief te houden. Want op zich is het lidmaatschap van deze groep natuurlijk niets om je voor te schamen. Ook al omdat niet álle mannen uit de sociale onderklasse hun toevlucht nemen tot crimineel gedrag. Er zitten best ook nette mensen tussen.
Dit vignet moet duidelijk zichtbaar op de kleding aangebracht worden. Daarnaast krijgen de leden van deze doelgroep een sticker om naast de nummerplaat van hun auto te plakken. Op deze wijze kan de politie potentiële criminelen op straat en in het verkeer direct identificeren en desgewenst aanhouden voor een identiteitsonderzoek, eventueel aangevuld met preventief fouilleren en doorzoeken van het voertuig. Ik weet zeker dat op deze wijze heel wat misdaden voorkomen kunnen worden, waardoor de veiligheid op straat met sprongen toe zal nemen.

Privacy
Natuurlijk heeft de maatregel enige invloed op de persoonlijke levenssfeer van de betrokkenen. Dit verlies van privacy voor een kleine groep burgers lijkt mij echter een kleine prijs om te betalen voor de veiligheid van alle anderen. Veiligheid waarvan de lagere inkomensklassen overigens zélf nog het meest zullen profiteren. Zij wonen immers in de buurten waar de meeste armelui – en dus de meeste potentiële criminelen – vandaan komen.

De burgeroorloghitser

Je vraagt je af wat iemand bezielt die zo’n stukje in de krant schrijft. Wat denkt Jos van Noord hiermee te bereiken? Hij vertelt niks nieuws, want dat er Marokkaanse rotjochies rondlopen, daar is iedereen het wel over eens. Hij komt ook niet met een echte oplossing. Ja, hij roept de ‘weldenkende Marokkanen’ op om hun jeugd tot de orde te roepen. Maar als je de ‘weldenkende Marokkanen’ aan je zijde wilt hebben, is het dan slim om eerst een hele column vol te pennen met ongenuanceerde, discriminerende borreltafelpraatjes? Ik citeer:

“Waarom willen, van alle nieuwkomers, nu juist Marokkanen zich niet aanpassen? Zelfs dat lukt deze lanterfanters niet! Eigenlijk wonen ze hier niet eens, ze wonen in dat achterlijke Berbergebied, want daar bouwen ze hun huizen, uit het zicht van onze fiscus.”

“Met keiharde moskeemuziek vanuit hun drugscabrio’s stapvoets over de Strandweg, dagjesmensen uitdagen en bespuwen, wandelaars treiteren.”

“De strandtenthouder werd bedreigd, want dat hoort er in islamitische klierkringen helemaal bij.”

“Denk nou niet dat je vanuit de Marokkaanse gemeenschap iets hoort. (…) Logisch, want ze kunnen en weten niets. Ze weten niet eens wat hun eigen kinderen uitspoken, moe is analfabete en zit de hele dag voor de Marokkaanse tv muntthee te drinken, hunkerend naar haar huis in Ksar-al-Kabir.”

Kortom, Jos van Noord zet hier in één brede zwaai een heel volksdeel in de hoek, en daarmee de discussie opnieuw op scherp. Hij appelleert aan het ‘gesundes Volksempfinden’ van mensen die hij zelf uit de grond van zijn hart minacht.

Deze column illustreert dan ook met verve de ware oorzaak van het inburgeringsprobleem. Een ‘weldenkende Nederlander’ schrijft een fel discriminerend stuk tegen Marokkanen en eist in één adem en op hoge toon van dezelfde Marokkanen dat ze zich aanpassen. Aan wie? Aan die lul van een Van Noord?

Hoog tijd dat er weer eens stoet weldenkende mensen optrekt naar het Telegraaf-gebouw om dat stelletje oorlogshitsers en volksverraders eens flink de oren te wassen.

Mijn eerste webtekst (2000)

De tekst hieronder schreef ik in het jaar 2000 op verzoek van Topvorm (tegenwoordig Tweed). Indertijd vond ik het erg ‘web’, omdat het verhaal net als een website niet ‘lineair’ is. Je kon de hoofdstukken in willekeurige volgorde tot je nemen door op negen buttons te klikken. Als ik het nu teruglees, vind ik sommige stukjes een beetje interessantdoenerij en er is ondanks alles wat chronologica ingeslopen. Toch kan ik het zonder al te veel tenenkrommen teruglezen, door de nostalgie die het oproept. Het is zo heerlijk Web 1.01!

Bourbon
Geïrriteerd gooit Bill zijn staartje terug over zijn schouder. Met iets van walging kijkt hij van het telefoonnummer op zijn Psion naar de stapel papier bij zijn elleboog. ‘Hé man, je denkt toch niet dat ik die shit allemaal ga zitten overtikken? Forget it, buster. Gewoon even op ’n flop met een brompuber richting hiero die handel. Je deadline is inclusief digitaal aanleveren, anders nakko, vat je?’ Hij leunt voorover, hakt de punten van zijn slangeleren laarsjes diep in de polen van het Corneille-tapijt. ‘Dan ga je er maar één kopen! God, man, zelfs mijn opoe van 80 zit op ’t net!’ Hij smijt de hoorn op de haak en beent naar de koelkast. Meewarig: ‘Watermann! Tijd voor een vette whisky, man.’

Bloed
Hij durft hem niet in de ogen te kijken, maar blijft staren naar de kop van de pijp, die barometer van Vaders gemoed. In de grote maar vreemd vrouwelijke hand ligt een lederen doosje. Het deksel klikt en daar ligt De Pen. ‘Jongen’, zucht Vader, ‘Met deze vulpen schreef ik mijn eerste roman, mijn tweede roman, mijn derde tot en met mijn zevende roman en mijn laatste vijf romans.’ De jongen siddert als hij denkt aan de conceptie van de achtste roman, dat vreselijke, donkere jaar op Java. Gelukkig werd de Watermann vóór de negende roman teruggevonden in de voering van een hutkoffer. ‘Je hebt zojuist je eerste verhaal gepubliceerd gekregen. Mijn Pen is nu de jouwe.’ En voor het eerst in 18 jaar drukt zijn vader hem aan zijn hart. ‘Mijn Zoon.’

Speeksel
In het café is Ronald erg tegen computers. Hij kan niet nadenken zonder pen in zijn hand. Vulpen, natuurlijk. Echte Watermann, nog van z’n vader geweest. Bovendien is schrijven schrappen, wisten we dat niet? Nou, luister dan: ‘Schrijven is schrappen en met een computer kun je niet schrappen, alleen wissen. Hebt je ooit iemand horen zeggen: ‘Schrijven is wissen?’ Nou dan. Wissen is laten verdwijnen. Kun je nooit meer zien wat je fouten waren. En van je fouten moet je leren, wisten jullie dat niet? Nou, luister dan: van je fouten moet je leren.’ Hij likt even zijn lippen. ‘Zeg, kan iemand mij wat geld lenen? Is de volgende ronde van mij.’

Wijn
Erna dacht het raak geschoten te hebben met haar kunstenaar, al verdiende hij dan wat bij als reclameschrijver. Hij kon altijd zo leuk uit de hoek komen en bedacht daarom teksten voor grote bedrijven. Laatst nog, tijdens de avondmaaltijd, was hij ineens opgesprongen: ‘Een zaak van vertrouwen!’ De erwtjes – ze aten erwtjes – huppelden over tafel. Geschrokken had ze gevraagd wat er mis was. Het bleek een nieuwe slogan voor een advocatenkantoor te zijn. De hele verdere avond had hij zichzelf breed grijnzend lopen citeren. ‘Een zaak van vertrouwen. Een záák van vertrouwen. Een zaak van vertróuwen.’ Wat was ze trots geweest op haar Ronald. Dat had hij toch maar mooi bedacht. Een Zaak Van Vertrouwen.

Regen
Het regent. Maan. Watermaan. Man. Roman. Heinrich Mann. Thomas Mann. Waterman. Vissen. Boogschutter. Superman. Boogyman. Buurman. Timmerman. Edelman. Bedelman. Dokter. Pastoor. Koning. Keizer. Kletsmajoor. Man. Mannomannoman. Somberman…s. Hermans. Man. Men. A giant leap for Mankind. Man. Kind. Veerman. Man en muis. Man en macht. The pen is mightier than the sword. The penis, mightier than the sword. A man, a plan, a canal: Panama. Pa & ma. Papa. Watermann. Het regent. Donker.

Zweet
‘Ah, mijnheer is een kenner’, fleemt de verkoper als Ronald het woord processor laat vallen op een plek die hem wel veilig lijkt. Nu kan hij niet anders dan valse bescheidenheid voorwenden. ‘Ach kenner, weet u, ik schrijf eigenlijk alles nog met de pen.’ Daar moet de verkoper hartelijk om lachen. ‘Ah, en nu wilt u uw pen verruilen voor een Pentium. Jaja, hahaha.’ Ronald kijkt hem glazig aan. Waarop de man meent te moeten: ‘Pen… Pentium. Grijptuwel?’ In het borstzakje van het verkopersuniform lachen twee Parkers en een Bic hartelijk om de grap van hun baas. Ronald deinst een stap terug, en nog een. Hortend achteruit lopend, stoot hij, een stapel, dozen, om. De deurknop is glad. ‘Geld, glad vergeten. Dag.’ Van werken zal vandaag wel niks meer komen.

Tranen
‘Daronken, zegtu? Daronken? Mijnheer, ik ben gráákt door de muze. Weet u wel wiehik ben? Een goot schijver, m’heer. Publicaties in De Gids! En onlans werd mijn eeste bundel nog instemmend steerd in Miljenn.. Mlennium. Jawel, ook de huigeneratie ziet nog mijn talenrmblm. Breeuh!

Hééé, wiehèwedaar? Wmúúúúhshh! Harry Mwuulis! Daar ben je. Sta op, smiecht! ondekking van Demel. Mijn idee. Neeee, lamelos, die Mwuushep mij idee shtolen. Ge-sto-len. Hier, Muush, ik zal…. Hééé, haal uw vuige…… Mijn colbert, mneer. Voorzichtig, u kraakt…. wohaa! Kga al.

Euhrôh. Bijna penpot. Greedschp. Brood. Liefde… Kapot. Vader…’

Inkt
Sinds Erna bij ‘m weg is, is het heerlijk stil in huis. De Watermann danst over het papier: ‘Advocatenkantoor De Jong, De Vries & Janssen is een moderne, cliëntgerichte organisatie die kwaliteit en service hoog in het vaandel draagt. De Jong, De Vries & Janssen beschikt over uitgebreide kennis en ervaring op het brede gebied van de nationale en internationale wet- en regelgeving, zodat wij onze cliënten te allen tijde optimaal kunnen adviseren. Voor een passend en ter zake kundig juridisch advies kunt u dan ook te allen tijde een beroep doen op De Jong, De Vries & Janssen. De Jong, de Vries & Janssen. Een zaak van vertrouwen.’ De pen hangt even in de lucht, terwijl Ronald prevelend terugleest. Dan trekt hij een mooie rechte streep door de laatste ’te allen tijde’. In de marge schrijft hij: ‘altijd’.

Makelaarsstreken

We weten allemaal dat het met de huizenmarkt niet zo erg goed gaat. De prijzen dalen, maar kopers blijven afwachten, vooral ook omdat ze bang zijn hun eigen huis niet te kunnen verkopen. Voor je het weet zit je met dubbele woonlasten. Makelaar B&L uit Deurne heeft hier iets op gevonden: de ‘Dubbele Woonlasten Garantie’, wegens de taal- en denkfout gesignaleerd bij de collega’s van HardCopy. Bij nadere bestudering blijkt dit een typische makelaarsstreek. Er wordt hier namelijk een ‘garantie’ gepresenteerd die niets anders is dan een afspraak tussen koper en verkoper.

Hoe werkt de dubbelewoonlastengarantie?
Het komt er op neer dat de verkoper 2,5% van de ontvangen koopsom in depot laat staan bij de notaris. Zo lang de koper zijn eigen huis nog niet heeft verkocht krijgt hij maandelijks een uitkering uit dit ‘garantiefonds’.
Het is dus een lokkertje dat de verkoper inzet om de koper over de streep te trekken, zelfs als deze zijn eigen huis nog niet kwijt is. Na twaalf maanden is dit potje op, en komen alsnog de dubbele woonlasten.

Rokertje?
De ‘dubbelewoonlastengarantie’ stimuleert de koper om meer risico te nemen. Iets wat in de huidige markt niet echt verstandig is. De enige die daar baat bij heeft is de makelaar, die wel goede sier maakt met deze ‘oplossing’ maar verder geen stuiver aan de garantie bijdraagt. Het is een klassieke sigaar uit eigen doos.

Let ook op het eerste woord op de uitlegpagina.

Er staat niet NIEUW!, maar NIEUWS! Met dit ene kleine lettertje maakt de makelaar impliciet duidelijk dat hij hier geen product presenteert maar een nieuwsfeit signaleert. Wat een boefje.

Passen

Als het pasen is, moet ik altijd denken aan ‘passen’. Nee, niet passen zoals in het passen van kleding, maar ‘passen’ als in het geven van een pass, een voorzet. Of zoals in mijn sport, volleybal, het opvangen van de door de tegenstander ingespeelde bal om deze naar de spelverdeler te brengen. Als de pass goed is, is het voor de spelverdeler makkelijker om een set-up te geven. En een goede set-up maakt het voor de aanvaller makkelijker een punt te scoren. Alles begint dus bij de pass.

Toch krijgt de passer (degene die passt) relatief weinig aandacht, tenzij hij een slechte pass geeft. Zijn werk wordt ondergewaardeerd. Het is de spelverdeler die geroemd wordt om zijn intelligente en gevarieerde set-up, en de aanvaller die het applaus oogst als hij de bal keihard binnen de lijnen op de grond ramt. De passer is dan al lang weer vergeten. De passer is een waterdrager. Maar in al zijn onopvallendheid minstens zo belangrijk als de sterren van het veld.

In de taal heb je ook van die spelers. Woorden en leestekens met een schijnbaar onbenullige taak, die echter de voorwaarden scheppen voor anderen om te schitteren. Letters die zichzelf wegcijferen ten bate van het verhaal. Die stilletjes, bijna ongelezen hun taak doen. Die pas opvallen als ze er niet meer zijn. Woorden als ‘er’, ‘om’ en ‘dan’. Het gedachtenstreepje. En natuurlijk de beste vriend van de schrijver, de komma. Je kunt ze soms ongestraft weglaten, maar uiteindelijk zijn ze onmisbaar voor een tekst. Ze zijn de kruipolie van de leesbaarheid. Ze geven de schrijver ruimte voor ritme. Zelfs in hun afwezigheid doen ze er toe.

Kijkend naar een volleybalwedstrijd kan ik behoorlijk opgewonden raken van een strakke pass. De spelverdeler hoeft er eigenlijk alleen nog maar zijn handen tegenaan te zetten voor de perfecte voorzet die leidt tot een onhoudbare smash. Zo kan ik ook genieten van kleine, onbenullige aanpassingen die niemand bewust beleest maar die – slim ingezet – precies het verschil maken tussen een leesbare en een leeswaardige tekst.

Things I hate about Twitter

Happy as a child with a new toy, I was. Just after unwrapping the pretty paper around Twitter, I didn’t quite know how to go about it. I was awkwardly pushing buttons, and often rubbing other Tweeps the wrong way. But merely a week later I just couldn’t leave it alone. I was so very excited!

Well, I’m a month older now, and less thrilled. Oh, sure. I haven’t outgrown Twitter and still spend way too much time tweeting and reading the tweets of other tweeps. But there are some things that really get on my nerves. Of course, I’m happy to share them with you.

Things I hate about Twitter

Twiarrhoea patients
Some tweeps suffer from twitter diarrhoea. If you’ve been dumb enough to follow them, they will fill your Twitter-page with all kinds of uninteresting shit about their measly boring life. Don’t be mistaken… these are people that have interesting jobs, live hilarious anecdotes with brilliantly funny friends and even have the capacity for being zany in 140 keystrokes. They just drown their pearls of wisdom in endless boring details about making coffee, and train rides where nothing happens, which of course needs to be documented and presented in many neat 140 keystroke packages.

Ass kisser tweeps
Some important and influential people are using Twitter. Like Barak Obama (the president of the US), Maxime Verhagen (Dutch Foreign Affaires Minister), Britney Spears (female pop star), Jane Fonda (American Actress) and of course Francisco van Jole. What irks me, is the tweeps who follow these celebrities and actually try to engage them in conversation. The way they are actively sucking up to their idols makes me queasy. Of course, I’ve also stolen my small moment of glory by sending an offhand reply-tweet to Mr. Verhagen. But some others are grovelling all the time. Disgusting.

One Twick ponies
Twitter is a great social networking tool. Whilst tweeting you can subtly drop a line once in a while about a project you are starting, doing of finishing, brag about the new client that was drooling over the absurdly well priced high quality work you presented, or point people to a great new article on your web log. But not all the time!. Please try to fit in some tweets of general interest, a well-meant compliment to a competitor, an interesting link to a video or just some goofy remarks that make everybody laugh. Twitter is like a big lounge, where many people are saying things to ears that have once chosen to listen. Don’t go budding in time and again to ride their asses with your hobbyhorse, no matter how crucial it is to the world’s wellbeing.

Tweetreactors
The ‘reactors’ are tweepers that never initiate a tweet, but just reply to others. If you follow them, you only get their feedback, like:
@JohnP You’re so right!
@Sulula We are looking to go Saturday. It’s supposed to be grand!
@Happyslap NO! And if you do, I’ll kill you with my bare hands.

Aaaargh! You don’t know what they are talking about, but some of their answers are really intriguing. So you have actually have to go look up the person they are answering, to see what he or she twote. And chances are, you will never find out. Tweetreactors are to be unfollowed as soon as possible, if only to retain a minimum of mental sanity.

Tweetspeak
So you like Twitter a lot. Good for you! But do you really have to use all these cutesy ’twords’? I can’t stand people who say ‘Twexit’ or ‘Twoff’ when they leave (which they usually don’t even do, because each ‘page refresh’ opens new reasons to tweet). Some go ‘tweep well’ before they sign off for bed. Others lovingly call each other ‘twitterazzi’. At all those I would like to beg: “Twease, twut the twuck up!

#Twitter voor beginners

TWEET!

Weer wat nieuws. Hoewel, zo heel nieuw is het niet, maar wel ineens erg ‘nieuws’. Twitter is een kletsplek. Op de inlogpagina staat de volgende definitie: Twitter is een manier voor vrienden, familie en collega’s om contact te houden door het regelmatig online beantwoorden van één simpele vraag:

“Wat ben je aan het doen?

Deze definitie is volgens mij meteen het grootste struikelblok voor de populariteit van de gratis dienst. Want zó beschreven lijkt het puur bedoeld voor narcisten, die alles wat ze doen kennelijk belangrijk genoeg vinden om wereldkundig te maken.

Kattenbakvulling
Een vluchtige blik op Twitter bevestigt deze indruk. Het is één en al: “Even de kattenbak geleegd. Tjonge wat een lucht!“Lekker House kijken met mijn vriendin. Wat zijn ziektes toch interessant als je ze zelf niet hebt.nutteloosheid van de informatie grijpt je naar de keel. Ook al omdat Twitter geen enkele ruimte biedt voor verdieping, want je krijgt voor elke Tweet* hooguit 140 karakters ter beschikking. Inclusief spaties.

Op schoot bij de minister
Wat de eigen definitie van Twitter echter buiten beschouwing laat, is de ontvangerskant. Je kunt als Tweep* kiezen van welke andere Twitteraars je de wedervaardigheden wilt volgen. En daar zitten best interessante mensen tussen. Een populaire is Maxime Verhagen, die een paar keer per dag meldt met wie hij aan tafel zit, gaat zitten of heeft gezeten en wat er besproken is, soms met een link naar een foto of een relevant artikel. Zit hij dus stiekem onder de vergadertafel mobiel te Tweeten. Grappig om van heel nabij de gangen van een minister na te kunnen gaan.

Leuke dingetjes
Daarnaast zij er mensen die verder onbekend zijn, maar die wel heel leuke dingen meemaken. Of luitjes die de saaie dingen die ze meemaken leuk kunnen brengen. Heb je die eenmaal toegevoegd aan de groep mensen die je wilt volgen, dan volg je ze ook letterlijk tijdens hun dag. Net als bij een blog, maar dan héél kort en actueel. “Kijk, dit gebeurt nú!” Met een linkje naar een direct uit de GSM verstuurde foto erbij).

Actueel
Twitter wordt veel gebruikt door journalisten, om hun collega’s en andere meelezers via de mobiele telefoon op de hoogte te houden van de actualiteit. Ze voegen vaak interessante linkjes in hun Tweets toe, naar iets wat ze net gelezen of gevonden hebben. Sommige (amateur) journalisten gebruiken Twitter zelfs om live verslag te doen van bijvoorbeeld een demonstratie of een brand. Met name in landen met beperkte persvrijheid is dat echt een oplossing. Als je de Tweeps die je volgt een beetje zorgvuldig kiest, kun je het nieuws heel aardig volgen. Al is Twitter zeker geen alternatief voor een (al dan niet digitale) krant.

Geef het een kans
Heb je een oersaai leven, kun je niet lollig schrijven, vind je dat jouw belevenissen niemand wat aan gaan en wil je de vraag ‘Wat ben je aan het doen?’ Aboluut niet online beantwoorden? Dan nóg kun je het nodige plezier peuren uit Twitter. Kies gewoon zorgvuldig wie je volgt en geef jezelf even de tijd om te wennen. Er gaat een wereld voor je open.

*Verklarende woordenlijst
Tweep = iemand die twittert
Tweet = een getwitterde boodschap
Twexit = ik ga wat anders doen

Zeker volgen!
@KrekHak

Wie ik (onder meer) volg
@MaximeVerhagen (minister)
@Adformatie (breaking nieuws uit de reclame)
@LuukKoelman (columnist en journalist)
@2525 (Oertwittergoeroe Francisco van Jole)
@sprout_nl (magazine voor anders ondernemen)
@RuSt (elke dag een mooie tekening)
@jesuispie (webjournalist retecool)
@dutchcowboys (mediablog)
@beerbergman (webspecialist die me naar Twitter lokte)

Krak bij Krek

KRAK

Gisterenavond lekker aan het indoor langlaufen terwijl ‘Criminal Minds’ via de beamer zorgde voor afleiding, en… KRAK! Breekt zomaar de voetsteunarm af! Gelukkig was ik bijna aan de finish. Maar nu kan ik dus niet meer elliptisch fietsen. En dat terwijl ik de laatste tijd juist zo sportief was. Bijkomende vervelendigheid is dat er nu verdorie een nieuw onderdeel besteld moet worden. Dat betekent telefoontjes naar Décathlon en uiteindelijk de importeur.

Die heb ik net aan de lijn gehad. Ze zijn allemaal even hulpvaardig en vriendelijk en ik krijg ook keurig antwoord op mijn in kreupel technisch Frans gestelde vragen. Desondanks ben ik niet erg tevreden. Wat blijkt namelijk… het gewraakte onderdeel kost inclusief 8 euro verzendkosten 135 euro! En het lijkt me dat ik er twee nodig heb, want die andere stabeugelveer gaat binnenkort natuurlijk óók naar de ratsmodee. Nou kon ik bij de gratie Gods (die lieve jongen aan de telefoon heeft met zijn supervisor gesproken) 20% korting krijgen. Zo komt vervanging van de twee flexibele loopvlakstangen op 211,38. Ongeveer 50% van een compleet nieuw apparaat!

Goede raad is nu duur. Ik ben bang dat ik maar eens op het web moet gaan rondkijken of ik niet ergens zo’n ding tweedehands op de kop kan tikken. En in de tussentijd misschien op een echte fiets de natuur in? Maar hoe moet het dan qua afleiding?

SEO voor beginners – Mensen lezen niet

Meer klanten naar je site lokken. Hoe ingewikkeld kan dat zijn? Kwestie van zorgen dat je bovenaan komt te staan bij Google. Simpel. Als het gaat om Search Engine Optimisation (SEO) mag ik mezelf ervaringsdeskundige noemen. Ik heb sinds 2000 een site die het prima doet bij zoekopdrachten als ‘freelance copywriter‘ en ‘copy & concept‘. Ook mijn andere sites doen het redelijk. Zo halen Zorro Immo en Immogo de eerste pagina bij allerlei combinaties van ‘huizen’ en ‘particulieren’ met franse geografische namen: ‘huizen van particulieren bourgogne.

Adverteerders opgelet
Het opschepverhaal hierboven dient een hoger doel. Het toont aan dat je ook als relatieve SEO-leek (ik heb de ballen verstand van meer ingewikkelde technieken) de vindbaarheid van je site kunt versterken. Gewoon met tekst! Veel van mijn collega-tekstschrijvers en opdrachtgevers weten dat natuurlijk al lang. Dit artikeltje is dan ook vooral bedoeld voor mensen die minder goed ingevoerd zijn in het hele zoekmachineoptimalisatiegebeuren. En die zijn er. Het bewijs? Ik krijg regelmatig het verzoek de teksten op de site vooral kort te houden. “Want”, zo beweert de klant: “Mensen lezen niet”.

Duh!? Mensen lezen niet?
Dat is een boude bewering. En onzin bovendien. Mensen lezen wél, als je ze maar iets voorschotelt dat ze de moeite waard vinden. Zodra iemand vermoedt dat er informatie in een tekst staat waar hij iets aan heeft, wil hij hem graag lezen. Als je wasmachine kapot is, wil je best even een forum doorspitten op zoek naar een oplossing. En als iemand belooft dat je zonder veel moeite hoger in Google kunt scoren… precies. Tja, en verder moet de tekst natuurlijk vlot en helder geschreven zijn, zodat de lezer je verhaal zonder moeite kan volgen.

Google is gek op tekst!
Het belangrijkste argument voor het plaatsen van veel tekst op je site, is dat Google woorden vréét! De zoekmachines lezen alle zichtbare tekst (dus geen plaatjes van woorden!) op je site. Speciale programma’s (robots of bots) analyseren je site en kijken of het allemaal een beetje klopt en of je geen truukjes hebt uitgehaald om de robot te foppen. Zo tellen vetgedrukte woorden zwaarder mee in de indexering. Ook woorden die meerdere malen op een pagina voorkomen, worden extra meegerekend. Maar niet als ze té vaak voorkomen. De tekst moet logisch blijven, met een normale verhouding van werkwoorden, lidwoorden en zelfstandig naamwoorden.

Google is niet gek.
Bij twijfel aan de logica van een tekst, als het lijkt of teksten voor de zoekmachine zijn geschreven en niet voor de bezoekers, kan een site ‘strafpunten’ krijgen. En zelfs gediskwalificeerd worden! Het is mij wel overkomen dat ik iets te enthousiast met mijn trefwoorden had gestrooid en mijn site ineens onvindbaar bleek. Verbannen naar een achterafpagina in de zoekresultaten. Geloof me, dan baal je.

Schrijf om gelezen en gevonden te worden
Op een site die veel tekst bevat zullen de bezoekers vast niet alles helemaal lezen. Maar ze vinden hem tenminste! Een site met heel korte, algemene teksten wordt misschien wel integraal gelezen, maar alleen door mensen die de link aantroffen in een advertentie of een ander medium. Hij wordt namelijk niet gevonden door degene die via Google zoekt naar trefwoorden die de site niet bevat.

Volgende keer meer
Ik zei al, dit stukje is minder interessant voor mensen die de materie al redelijk kennen. Die mogen er hieronder gaten in schieten of aanvullingen op doen. Ook vragen zijn welkom. Als je geregistreerd bent, kan iedereen via je naam naar je site doorklikken. Goed voor je ranking. Maar daarover graag later meer. In SEO 1.02.

Krek. 100% foutloze copy!*

Mag je liegen in de reclame? Nee natuurlijk niet. Maar het is wel heel gewoon om de nadruk te leggen op positieve zaken en de nadelen buiten beschouwing te laten. Soms leidt dat tot liegen. Is dat een reclamemaker aan te rekenen?

Resultaten uit het verleden
Wanneer een bank het heeft over een ‘uitstekend rendement’ om mensen over te halen een pensioenverzekering af te sluiten, liegt die bank dan? Dat ligt er maar aan. Als ze een zo hoog bedrag aan kosten van de inleg aftrekken dat de klant begint met een niet meer in te lopen achterstand, dan mogen we de claim ‘uitstekend rendement’ liegen noemen. De tekstschrijver heeft echter net zo min als de consument inzicht in het financieel beleid. Die kun je dus moeilijk van liegen betichten.

Lollies zonder vet
Anders ligt het met de reclamemaker die Daphne Dekkers opzadelde met de slogan: “Ik geef mijn kinderen Chuppa Chups. Met echt fruit en 0% vet! was de zuivere waarheid, want de lollies bevatten minieme hoeveelheden fruit en geen grammetje vet. Toch vind ik dat je niet mag suggereren dat de lollies goed voor de gezondheid zouden zijn. Lollies zijn fun, een beloning, genieten, gewoon lekker of zelfs ‘overheerlijk’. Maar niet gezond. Billenkoek voor die tekstschrijver en Daphne. Met een tennisracket.

De oorsprong van een leugen
Hoe komt zo’n kreet tot stand? Ik kan me voorstellen dat de klant heeft gezegd: “Ouders geven hun kinderen steeds vaker ‘gezonde’ snacks, zoals kaas of worst. Daar zit weliswaar geen suiker in, maar wel vet. Onze lollies bevatten fruit en géén vet! Maak daar maar een pakkende kreet van.” Wat doe je dan als copywriter? Ik zeg: weigeren. In het belang van de klant overigens, want die zal op den duur alleen maar schade van zo’n slogan ondervinden. Mensen zijn niet gek.

Nieuw! Antirimpelpleisters!
Zelf heb ik ooit geweigerd om het commentaar bij een Tell-Sell-commercial te schrijven. Het ging over een massagestaaf met magnetische straling waarmee je rimpels uit je gezicht kon masseren. De uitvinder had zijn hele leven zijn linker gezichtshelft dagelijks behandeld en de andere kant niet. En je zag duidelijk het verschil. Veel minder rimpels. Nou, zo’n overtuigend bewijs zie je niet vaak. Ik ging aan de slag. Maar toen ik eens beter naar de bijgeleverde foto’s keek, zag ik dat de man – net in de randen van het beeld – pleisters op zijn gezicht had, die de huid strak trokken. Ik belde het bureau, die eerst nog volhielden dat hij een wondje had, maar uiteindelijk toegaven dat die pleisters het verschil tussen links en rechts accentueerden. “Maar”, zo verzekerde de account manager me, “die zie je straks niet in beeld.” Ik heb de opdracht – met excuses – terug gegeven. Nooit meer iets van die klant gehoord. (als ze dit ooit lezen bij I.P.: ik ben nog steeds beschikbaar voor eerlijke copy)

Wat jij?
Ik ben benieuwd hoe collega-copywriters handelen in dergelijke gevallen. Doe je of je gek bent en waarvoor je betaald wordt? Of hang je de moralist uit en weiger je?

*deze kopregel is gelogen.
Ik maak regelmatig tikfouten en laat ook wel eens een d staan waar een t hoort (of anderstom). Het is zelfs een tijdje heel erg geweest met de vertikkingen. Ik zag ze niet. Nu met mijn leesbril haal ik de meeste er wel weer uit.

Hautain of hurken?

Wat is jouw onbenulligeklantenbeleid?

De afgelopen dagen woedt er een aardige discussie op HardCopy, het blog van copycollega David Brinks. Het gaat over de toetssteen voor goede communicatie: doelgroepdenken. David schreef een website voor een onderneming die door gebruik van jargon bepaalde klanten wil weren. Ze maken het als het ware expres een beetje moeilijk, zodat mensen die totaal geen verstand van hun vak hebben al direct afhaken. Ze willen namelijk geen klanten die hun vak niet begrijpen.

Ik keek daar vreemd van op.
Wat doet het er nu toe of de klant jouw vak verstaat? Het lijkt me dat juist klanten die er de ballen van snappen jouw expertise extra hard nodig hebben. Natuurlijk, je hoeft niet meteen zover door de hurken te gaan dat de wat beter ingevoerde klanten zich niet serieus genomen voelen. Maar om nou te denken: “wie het niet snapt, rot maar op!”, dat gaat wel érg ver.

Domsimulatie
Het luistert erg nauw. Maar soms kun je er ook mee spelen. Zo schreef ik voor een ontwerp- en reclamebureau eens een minibrochure met als titel ‘Moeder komt kijken’. De moeder van de eigenaar komt op kantoor langs en stelt heel onbenullige vragen. De eerste zin was (uit mijn hoofd):”Wat een mooi kantoor, met al die televisies! En waar staat nou de drukpers?” Van dat werk. Dit stelde de eigenaar in de gelegenheid om uitgebreid alle misverstanden van zijn moeder te ontzenuwen en in gewone mensentaal uit te leggen wat hij allemaal deed en wat daar bij komt kijken. En geen lezer die zich niet serieus genoeg genomen voelt, want het ging immers om die moeder en niet om de (potentiële) klant.

Gewoon doen
Nou kun je zo’n truc natuurlijk niet elke keer uithalen. Toch vind ik het altijd een verademing om teksten te lezen zonder humbug of gebakken lucht. En ik vermoed dat heel veel consumenten het met me eens zijn. Dat ook zij liever een makkelijke tekst lezen dan een ingewikkelde. Het gaat er in ons vak om, zo snel mogelijk bepaalde informatie over te brengen. En niet om te laten zien hoe bijzonder complex en exclusief een expertisegebied is, alleen toegankelijk voor een select groepje ingewijden, met als motto: Digibeten raus!

Zevenenzestig, een prima reclamejaar

Ik heb al een site, waar ik makkelijk dingen aan kan veranderen. Er staat een pagina ‘Copy van Krek’ op, met voorbeelden van mijn werk. Het is de bedoeling dat ik daar regelmatig oude tekstjes weg haal en nieuw werk toevoeg. Het vervelende is alleen dat áls ik dat doe, niemand het merkt.

Reden te meer voor het openen van dit blog. Hier kan ik tenminste af en toe mijn eigen loftrompet steken, onderbouwd met een verwijzing naar teksten waar ik me niet voor schaam. Schrijf ik ook wel eens teksten waar ik minder trots op ben dan? Wat dacht je? Tuurlijk! Sommige klanten willen nu eenmaal lezen wat ze verwachten. Die schrikken van woorden die ze niet elke dag tegen komen. En zeggen: “Dat woordje ‘als’ vinden we wat gewoontjes. Kun je daar niet ‘indien’ van maken?”

Andere klanten hebben een commissie opgericht voor de breed gedragen ontwikkeling van de communicatie. Tegen de tijd dat iedereen zijn plas over het tekstvoorstel heeft gedaan en ik na vergeefst tegenspruttelen alle aanpassingen heb verwerkt, rest slechts een grauwe brij met kraak nog smaak. Hindert niet. Dat is een kwestie van slikken en tikken. De betaler vervuilt.

Goed. Terug naar de teksten waar ik wél trots op ben. Waar ik ook na maanden bij nalezen maar een paar kleine dingetjes tegen kom die toch nog net ietsje strakker zouden hebben kunnen zijn geweest. Maar waar ik door de bank genomen best over naar huis durf te schrijven. Die ga ik hier vanaf nu bloggen. Te beginnen met

De site van Sixtyseven
Op 30 juli 2007 kreeg ik een mailtje dat als volgt begint:

Hallo Krek,

‘Hebbes’ dacht ik bij het lezen van de teksten op je eigen site. Ik ben nl. op zoek naar een tekstschrijver die voor Sixtyseven (communicatie-/reclamebureau) leuke, vlotte, creatieve en enthousiasmerende teksten weet te bakken.

Nou is het op zich al fijn om mailtjes te krijgen die met ‘Hebbes’ beginnen. Nog veel leuker was het dat hier zomaar een klant kwam binnenwandelen met zin in originele teksten. In voor een kwinkslag. Wars van grijs. Kijk, dáár houden wij van, bij Krek. Copy & Concept.

Lang verhaal kort:
ik schreef de teksten voor de nieuwe website van Sixtyseven en had er een leuke nieuwe klant bij. Een klant bovendien die ook zijn eigen klanten weer weet te overtuigen van de kracht van anders. Zo lust ik er nog wel een paar!

Antireclame I

Ontbijtvlokken met stukjes organisch materiaal
Dit product bestaat uit zo goedkoop mogelijke ingrediënten van onbekende oorsprong, uit de losse pols bij elkaar gesodemieterd in een morsige fabriek in een lagelonenland. Wij hebben de verwaarloosbare voedingswaarde en twijfelachtige smaak gecompenseerd door toevoeging van zo veel mogelijk suiker. Het is de pest voor uw lijf, leidt tot obesitas en staat garant voor constipatie, rotte tanden en – bij kinderen – hyperactief gedrag. Hebt u terechte klachten over dit product, stuur dan de resterende inhoud in de originele verpakking op de juiste wijze gefrankeerd en vergezeld van een uitgebreide verantwoording naar ons hoofdkantoor. U hoort nooit meer iets van ons.

Gratis brochure bij Krek.!

Gratis brochure bij Krek. Copy & Concept:

Een geheel gratis brochure, dat wil zeggen, een gratis corporate brochuretekst. U kunt onderstaande copyright-vrije tekst simpelweg kopiëren, uw bedrijfsnaam invullen waar nu [Bedrijfsnaam] staat en de vermelding [activiteit] vervangen door uw activiteit. Voeg enkele gratis stockplaatjes toe… En hopla! Uw professionele gratis brochure is klaar voor de vormgever en drukkerij.

[voorblad]

[Bedrijfsnaam]
Uw betrouwbare partner
in [activiteit]

[binnenwerk]

Samenwerking en partnership voor synergie

Reactiviteit als basis voor succes
De wereld is in verandering, waardoor zich steeds nieuwe uitdagingen presenteren. Internet, globalisering, duurzaamheid, maatschappelijk verantwoord ondernemen… de ontwikkelingen volgen elkaar in snel tempo op. Om in een dynamische omgeving succesvol te opereren, nu en in de toekomst, is het van belang flexibel mee te bewegen en zich continu aan te passen aan de nieuwe eisen van maatschappij en markt. [Bedrijfsnaam] helpt u daarbij.

Onze onderneming
[Bedrijfsnaam] is een jonge, dynamische organisatie met een gemotiveerd team professionele medewerkers die service en kwaliteit hoog in het vaandel dragen. Door het handhaven van strenge interne kwaliteitsnormen zijn wij in staat steeds aan de verwachtingen van zelfs de meest kritische klanten te voldoen. Bovendien werken wij nauw samen met zorgvuldig geselecteerde en nét zo kwaliteitsbewuste partners, zodat wij snelle, hoogwaardige serviceverlening op maat kunnen garanderen. [Bedrijfsnaam] is uw betrouwbare partner in [activiteit].

Veiligheid op één in vruchtbare samenwerking

Onze werkwijze
In al onze bedrijfprocessen staat de klant centraal. Onze aanpak wordt gekenmerkt door een vijftal goed afgebakende opeenvolgende stappen, samen te vatten als “De [Bedrijfsnaam]-methode”.

1. Analyse en advies
Om u optimaal en zonder onnodige risico’s van dienst te kunnen zijn, gaan wij pas aan de slag na zorgvuldige analyse van uw behoeften. Onze gepassioneerde specialisten treden in overleg met uw medewerkers om aan de hand van een methodische vragenlijst de wensen van uw organisatie in kaart te brengen. Daarbij signaleren wij direct eventuele knelpunten, om vertraging in de navolgende processtappen te voorkomen.

2. Programma van eisen
De door ons uitgevoerde analyse leidt na tussentijdse afstemming met de verantwoordelijken binnen uw management tot een helder programma van eisen (PvE), dat na herhaald zorgvuldig overleg met uw eigen specialisten de basis vormt voor onze bedrijfsprocessen.

3. Realisatie
Een volgende stap is de uitvoering. Van groot belang is hierbij dat onze ter zake kundige experts de ruimte en het draagvlak krijgen om onze producten en services in uw organisatie te integreren. Vanzelfsprekend wordt bij deze stap in het project de grootst mogelijke zorgvuldigheid betracht. Uw medewerkers worden nauw bij de processen betrokken. Voor een voorspoedige en succesvolle procesgang kunt u rekenen op de volledige inzet van onze zeer ervaren en diplomatieke experts op het gebied van [Activiteit]. Zij stellen zich op als stimulerend sparring partner en gedreven adviseur, waardoor voor alle betrokkenen een win/win-situatie ontstaat.

4. Evaluatie
Bij de samenwerking binnen de [activiteit] is het van groot belang om te toetsen of de vooraf gestelde targets – gerelateerd aan erkende benchmarks binnen uw bedrijfstak – in de praktijk ook echt gehaald zijn. Leveren onze producten en diensten ook daadwerkelijk meerwaarde voor uw organisatie en uw eindproduct? Een grondige evaluatie schept duidelijkheid.

5. Nazorg
Natuurlijk blijven wij bij voorkeur langdurig en nauw betrokken. Het is voor ons van het grootste belang om een bestendige en wederzijds profitabele relatie op te bouwen tussen uw onderneming en [Bedrijfsnaam]. Voor blijvende synergie en optimale ‘return on investment’.

Effectieve actie voor groeiend resultaat

Bouwen aan de toekomst
Als ambitieuze organisatie blijft [Bedrijfsnaam] zich ontwikkelen. Zowel door het continu volgen, onderzoeken en adopteren van nieuwe methoden en technieken als door het opleiden en trainen van onze eigen mensen. Bovendien werken wij graag nauw samen met onze klanten – met u! – om in de vorm van co-makership te komen tot continue innovaties en verbetering van onze processen en producten. Ons uitgangspunt: kennis delen is kennis vermenigvuldigen. Nu, én in de toekomst.

Inlichtingen en kennismaking
Voor meer informatie over onze onderneming, de producten, diensten en expertise kunt u een kijkje nemen op onze website: [adres website]. Maar u kunt natuurlijk ook altijd telefonisch of via e-mail contact opnemen. Wij maken graag een afspraak voor een verhelderend gesprek. Graag tot ziens bij [Bedrijfsnaam]!

[achterzijde]

[Bedrijfsnaam]
[Adres]
[Postcode Plaats]
[Telefoon]
[Fax]
[E-mail]
[Url]

[kader]

De zeven garanties van [Bedrijfsnaam]
• reactiviteit
Als (potentiële) klant krijgt u snel antwoord op uw vragen
• kwaliteit
De strengste kwaliteitsnormen zijn bij ons gemeengoed
• innovatie
Wij staan open voor vernieuwingen in de [activiteit]-branche
• duurzaamheid
Het milieu en energiebewustzijn staan hoog in ons vaandel
• klantgerichtheid
Uw behoeften staan centraal in al ons doen en laten
• oprechtheid
We zeggen wat we doen en we doen wat we zeggen
• betrokkenheid
Wij leveren actieve bijdragen aan uw flexibiliteit en succes!

————-

Tot zover de tekst voor uw gratis brochure. Mocht uw bedrijf unieke selling points hanteren, bijzondere eigenschappen hebben of op andere wijze niet binnen het stramien van deze gratis brochuretekst passen, aarzel dan niet contact op te nemen voor een persoonlijk advies op maat. Krek. Copy & Concept is graag bereid uw onderneming op creatieve wijze te ondersteunen bij al uw communicatiebehoeften. Nu en in de toekomst!

Trots op snot

Je moet er van houden. Punk Rock. Maar zelfs al hou je er niet van, als vader ben je toch onvoorwaardelijk trots op je zoon zodra die daar zomaar als ‘lead singer’ in een zaaltje in Tournus voor 400 mensen muziek gaat staan maken. Zeker als je bedenkt dat mijn Guido niet de meest extraverte 14-jarige is die je je kunt voorstellen.

Niet alleen heeft hij in een klein jaar heel aardig gitaar leren spelen, hij kan ook bijzonder overtuigend ‘Je m’emmerde’ brullen in deze cover van de Franse band ‘Guerilla Poubelle’. Guido’s band draagt de fraaie naam Nasal Mucus, heel toepasselijk voor zo’n stelletje snotneuzen. Maar alle gekheid op een stokje, die jongen gaat het vast nog ver schoppen. Zij het niet per se in de muziek.

Tout le monde en parle

In de afgelopen weken ben ik diverse keren geïnterviewd. Sommige journalisten zijn erg goed, vragen intelligent door, proberen het verhaal te begrijpen. Anderen maken vooral aantekeningen, waar ze dan – zo lijkt het in ieder geval – later het begrip alsnog uit proberen te peuren. De meesten vinden het geen probleem om het verhaal even te laten lezen voor publicatie. Ze beloven weliswaar niet dat ik het mag veranderen, maar staan wél open voor suggesties en aanvullingen.

Zo niet de journalist van de Journal de Saône-et-Loire. Die wees mijn herhaaldelijk herhaald verzoek tot nalezen resoluut van de hand. Dat was “Tegen de Professionele Beroepscode”. En hoewel ik slechte ervaringen had met een van zijn collega’s – fouten die zelfs mede aanleiding waren voor een kostbaar juridisch proces – besloot ik hem te vertrouwen.

Onterecht, zo blijkt nu. Er staan een paar storende fouten in het artikel, waaronder een die me opnieuw geld kan kosten. De journalist legt uit dat ik na het verbod op mijn site Immogo de nieuwe site Zorro Immo ben begonnen, waar de verkoper 50 euro moet betalen voor een advertentie plus een kleine 1% bij de verkoop! Terwijl dat laatste juist de reden was waarom ik vervolgd werd!

Die kleine 1% volgens staffel is het systeem dat ik hanteer voor de nieuwe versie van Immogo, pas online gekomen na het winnen van mijn hoger beroep. Nu moet ik dus een rectificatie gaan vragen, omdat anders dit verhaal weer tegen me gebruikt kan worden.

Wat een lul zeg.

7 redenen om geen opsommingen te gebruiken

Dit is de hoofdpersoon uit ‘De Zeven Wonderdaden van Kevertje Plop’, een boek van Jean Dulieu. Mijn vader las het mij voor, met stemmetjes. En ik deed 25 jaar later hetzelfde voor mijn eigen kinderen. Zeven wonderdaden. Zo’n getal heeft iets magisch. Niet zes wonderdaden, en niet acht of tien, nee, zeven wonderdaden. Zeven taken moest die dekselse Kevertje Plop volbrengen. Ik zal hier niet verraden hoe Kevertje zich in het verhaal wist te weren, maar het boek loopt goed af, ondanks de akelige heks Mietje met de Spinnevingers.

Hoewel er dus inderdaad zeven wonderdaden verricht worden in het boek, zie je nergens een opsomming als deze:

1. Draak doden
2. Berg beklimmen
3. Heks verslaan
4. en dan door tot 7.

En dat is maar goed ook, want hemeltje wat heb ík een hekel aan opsommingen. En het nare is, je ziet ze overal. Vooral marketeers zijn er dol op. Artikelen met dit soort lijstjes:

• 14 gouden SEO-tips.
• 9 direct-mail-ideeën die werken.
• De 25 beste guerilla-marketingacties.
• 50 manieren om je geliefde te verlaten.

Ik vind het twintig keer niks. En ik kan ook uitleggen waarom. Het gebruik van opsommingen is gebaseerd op het misverstand dat je een lijstje met punten makkelijker zou onthouden. Dit idee is waarschijnlijk een gevolg van conditionering. Een lijstje is iets wat je als kind mee krijgt als je voor je moeder boodschappen moet doen. Opdat je niks vergeet. Door het boodschappenlijstje wordt het begrip ‘opsomming’ in ons brein direct geassocieerd met ‘onthouden’. Fout! Met een lijstje in je knuistje geklemd, kun je veilig vergeten wat er in staat. Je hebt immers dat lijstje bij je!

Het iPhone-effect
Als je geen agenda hebt, moet je alle telefoonnummers van je vrienden onthouden. Zodra je wél altijd een telefoonlijst bij de hand hebt – in je agenda, palmtop of iPhone – kun je die nummers gevoegelijk vergeten. En dat gebeurt dus ook. Vroeger wist iedereen enkele tientallen nummers uit zijn hoofd. Tegenwoordig weten de meeste mensen hun eigen nummer nog niet eens. Dan is het: “Sorry, *lacht schaapachtig* ik bel mezelf nooit. Wacht, ik kijk ff in mijn iPhone.” Dat is wat ik het iPhone-effect noem: De mensen hebben steeds meer in hun iPhone. En minder in hun hoofd.

Mies Bouwman
Nog een mooi voorbeeld van het feit dat lijstjes niet werken, uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Bij een quiz met Mies Bouwman moest de winnaar aan het eind in een kast gaan zitten achter een lopende band. Dan kwamen er allerlei zwart-witte en grijze voorwerpen langs, die de kandidaat dan een paar minuten lang moest onthouden. Alles wat hij na het plaatsnemen in de ‘hot seat’ (licht uit, spot aan) nog wist, mocht hij meenemen. Ontzettend moeilijk! Het was namelijk een lijstje! Dus na een korte woordenwisseling met Mies was de doodongelukkige kandidaat het merendeel van de cadeaus glad vergeten. Later, thuis, zou hij zich nog voor zijn kop slaan. “Natuurlijk! Stom! Een doos met een vraagteken!”

Niet opsommen, verhalen.
Het nadeel van een opsomming is dat er geen verband in zit. Een kind geef je een lijstje om te helpen onthouden: eieren, melk, appels, bloem, suiker, kaneel, meel. Een volwassene denkt aan appeltaart en koopt blind de juiste ingrediënten. Als tekstschrijver moet je de mensen helpen nadenken over de appeltaart in jouw betoog. Dat doe je door je argumenten in te bedden in een verhaal. Je brengt logica aan. Legt uit waarom bepaalde dingen werken zoals ze werken. Gebruikt een keer herhaling, een tegenstelling of overdrijving. Maakt een grap. Zo schep je verband en uiteindelijk begrip, de belangrijkste voorwaarde voor langdurig onthouden.

Ordnung muß sein
Marketingprofessionals zullen nu zeggen: “Ja maar ehhh, mensen hebben tegenwoordig geen zin meer om een heel verhaal te lezen. Een opsomming is ordelijk, overzichtelijk en snel te lezen.” Ze bedoelen daarmee: “Ik heb geen zin om een goed beargumenteerd verhaal te schrijven. Breng even in een paar puntjes wat schijnorde aan, dan gaan we lekker op tijd naar huis.”

Geef nooit toe!
Trap er niet in, stel je teweer, vecht, bid, fleem en scheld, maar accepteer nooit lijstjes als alternatief voor een goed verhaal. En als er dan écht een opsomming in moet (de KLANT wil per se een lijstje!), zet het dan op de achterpagina of moffel het naast je lopende verhaal in een kadertje. Met vóór elk onderwerp een vette, ordelijke punt.